Ref. Ares(2020)6684543 - 13/11/2020
2019
Voortgangsrapportage
Handhaving en
Uitvoering Mestbeleid
Update najaar 2019
0
link to page 3 link to page 3 link to page 5 link to page 6 link to page 7 link to page 8 link to page 9 link to page 10 link to page 11 link to page 11 link to page 14 link to page 16 link to page 7 link to page 7 link to page 8 link to page 8 link to page 9 link to page 9 link to page 10 link to page 10 link to page 11 link to page 13 link to page 14 link to page 14 link to page 15 link to page 17 link to page 18 link to page 5
Inhoud
Inleiding ............................................................................................................................. 2
Context:............................................................................................................................. 2
Versterkte handhavingsstrategie ........................................................................................... 4
Gebiedsgericht Handhaven en intermediaire ondernemer ......................................................... 5
Resultaten de Peel ........................................................................................................... 6
Resultaten Gelderse Vallei ................................................................................................. 7
Resultaten Twente ........................................................................................................... 8
Resultaten Overig Nederland ............................................................................................. 9
Resultaten locatie onafhankelijke controles (intermediaire ondernemingen)............................ 10
Toelichting ..................................................................................................................... 10
Resultaten Nederland Totaal ................................................................................................ 13
Automatisering .................................................................................................................. 15
Bijlage 1: Planning kritische activiteiten VHS mest.................................................................. 18
Tabel 1: Fysieke controle resultaten De Peel ........................................................................... 6
Tabel 2: Administratieve controle resultaten De Peel ................................................................ 6
Tabel 3: Fysieke controle resultaten Gelderse Vallei ................................................................. 7
Tabel 4: Administratieve controle resultaten Gelderse Vallei ..................................................... 7
Tabel 5: Fysieke controle resultaten Twente ........................................................................... 8
Tabel 6: Administratieve controle resultaten Twente ................................................................ 8
Tabel 7: Fysieke controle resultaten overig Nederland .............................................................. 9
Tabel 8: Administratieve controle resultaten overig Nederland .................................................. 9
Tabel 9: Fysieke controle resultaten locatie onafhankelijke controle .......................................... 10
Tabel 10: Nieuw geregistreerde intermediaire ondernemingen ................................................. 12
Tabel 11: Fysieke controleresultaten Nederland totaal ............................................................ 13
Tabel 12: Administratieve controleresultaten Nederland totaal ................................................. 13
Tabel 13: Urenoverzicht NVWA en RVO.nl .............................................................................. 16
Tabel 14: tijdspad wetswijziging ........................................................................................... 18
Tabel 15: Informatieverzoeken aan RVO.nl door samenwerkingspartners ................................. 19
Figuur 1: Schematisch overzicht Versterkte Handhavingsstrategie ............................................ 5
1
Inleiding
Vanaf 2018 is door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), in
samenwerking met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) en de Nederlandse
Voedsel en Warenautoriteit (NVWA), ingezet op een meer op risico’s gerichte aanpak van het
toezicht en de handhaving van de mestregelgeving. Deze nieuwe aanpak is vastgelegd in de
versterkte handhavingsstrategie mest (VHS). Als onderdeel van de nieuwe werkwijze hebben de
NVWA en RVO.nl vanaf september 2018 een risicogerichte aanpak ontwikkeld. Met het opstellen
van de VHS is ook voldaan aan een voorwaarde in de derogatieschikking 2018/2019.
De resultaten van de VHS in 2018 zijn opgenomen in de bredere Voortgangsrapportage
Handhaving en Uitvoering Mestbeleid 2018, die in juni 2019 gepubliceerd is. Aanvullend op de
rapportage van 2018 worden nu de voorlopige resultaten van de VHS in de eerste helft van 2019
gerapporteerd. Aangezien het kalenderjaar nog niet voorbij is, worden veel controles nog
uitgevoerd en zijn gegevens over de resultaten nog niet volledig beschikbaar. Een totaaloverzicht
van de resultaten in 2019 zullen worden opgenomen in de Voortgangsrapportage Handhaving en
Uitvoering Mestbeleid 2019, die in juni 2020 gepubliceerd zal worden. In deze update worden
vooral de risicogerichte handhavingsactiviteiten en het automatiseringstraject belicht. Door verdere
ontwikkelingen in de data systemen van RVO.nl en de NVWA zijn de gegevens over 2018
duidelijker en uitgebreider te rapporteren waardoor deze (in de meeste gevallen) hoger uitvallen
dan de cijfers die in de Voortgangsrapportage 2018 zijn opgenomen.
Context
Naast de Versterkte Handhavingsstrategie Mest zijn er momenteel meerdere ontwikkelingen die
van invloed zijn op de Nederlandse landbouw en die de context vormen waarin het Nederlandse
mestbeleid opereert.
Beleidsontwikkelingen ten aanzien van de landbouw
Ten eerste heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in september 2018 haar
visie op Landbouw, Natuur en Voedsel gepresenteerd. Daarbij zet ze in op een beweging richting
Kringlooplandbouw. Dit betekent inzetten op het sluiten van kringlopen en als onderdeel daarvan
het terugdringen van emissies.
De al eerder gestarte herbezinning op het mestbeleid moet mede vormgeven aan het realiseren
van deze visie. In deze herbezinning wordt verkend hoe het mestbeleid er in de toekomst uit kan
gaan zien, waarbij het streven is naar een eenvoudiger stelsel, zowel voor boer als overheid, en
waardoor handhaving effectiever kan worden ingezet. De Minister van LNV wil voor eind van het
jaar de contouren voor het toekomstige mestbeleid bekend maken.
In kader van het nationaal Klimaatakkoord zijn ook afspraken gemaakt betreffende de landbouw.
Onderdeel van deze plannen is dat geld is gereserveerd voor een extensivering van het
veenweidegebied. Hierbij staat opgenomen dat vanuit dit traject het kabinet voor een vrijwillige
stoppersregeling (onder andere opkoop van rechten) voor de komende jaren € 100 mln
beschikbaar stelt. Daarnaast is in het Klimaatakkoord € 100 mln beschikbaar gesteld voor
emissiereductie veehouderij, waarbij specifiek aandacht is voor gebieden rondom Natura 2000-
gebieden.
Een derde, belangrijk traject is de sanering varkenshouderij. De Subsidieregeling sanering
varkenshouderijen ziet op verminderen van geuroverlast door varkensbedrijven in veedichte
gebieden door het bieden van een subsidie voor het definitief en onherroepelijk beëindigen van
varkenshouderijlocaties die geuroverlast geven. Daarbij wordt het varkensrecht doorgehaald en is
dit dus niet meer op de markt beschikbaar. De hoogte van de subsidie wordt bepaald door de
omvang van het door te halen varkensrecht (uitgedrukt in varkenseenheden) en het waardeverlies
van de voor het houden van varkens gebruikte productiecapaciteit (dierenverblijven, mest- en
voersilo’s en mestkelders). De omvang van de varkensveestapel en daarmee de productie van
mest en emissies - zoals geur, ammoniak, broeikasgassen en fijnstof - zullen hierdoor afnemen.
Kort voor de zomer heeft de Raad van State een uitspraak gedaan in relatie tot de
Programmatische Aanpak Stikstof. Deze uitspraak heeft als gevolg dat vele geplande projecten
(woningbouw, infrastructuur, landbouw) niet langer door gebruik van de PAS een vergunning in het
2
kader van de Natuurwetgeving kunnen krijgen. Om de natuurkwaliteit te verbeteren en
vergunningverlening weer op gang te helpen wordt gekeken naar te nemen bronmaatregelen om
daarmee de stikstofemissie en daarmee samenhangende depositie te verkleinen. Op 25 september
jl. heeft de Commissie Remkes op verzoek van het kabinet een advies opgeleverd. Voor de
veehouderij adviseert het Adviescollege een selectieve, gebiedsspecifieke en doelgerichte reductie
van de ammoniakemissies, door gerichte verwerving of sanering van agrarische bedrijven met
relatief hoge emissies of verouderde stalsystemen in en nabij kwetsbare Natura 2000-gebieden.
Het kabinet heeft op 4 oktober jl. per Kamerbrief gereageerd op het advies. In deze brief staat ook
aangegeven hoe het kabinet de mogelijkheden voor intern en extern salderen ziet en in welke
gevallen dit ook moet leiden tot het laten vervallen van productierechten.
Uitspraak College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb)
In een uitspraak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb)
(ECLI:NLCBB:2018:187) geoordeeld dat er ten onrechte geen inzicht is gegeven in de
nauwkeurigheidsmarges die worden toegepast bij het vaststellen van de overtreding en de
berekening van de boete. Dergelijke marges moeten naar oordeel van het CBb uiterlijk bij het
voornemen om een mestboete op te leggen voor het bedrijf kenbaar zijn. Hierbij gaat het vooral
om de boetes die betrekking hebben op de varkens- en pluimveehouderij. Als gevolg van deze
uitspraak zijn de marges die RVO.nl binnen het boetebeleid toepast, openbaar gemaakt op de
website van RVO.nl.
Deze uitspraak heeft RVO.nl tevens aangespoord om in het algemeen transparanter te worden over
het boetebeleid dat wordt gevoerd. RVO.nl werkt aan een uitgebreide inventarisatie van het
boetebeleid dat RVO.nl in het kader van de Meststoffenregelgeving voert. De laatste inventarisatie
is in oktober op de website van RVO.nl geplaatst, zodat voor iedereen transparant is hoe
mestboetes worden vastgesteld. Hier staat ook in opgenomen hoe RVO.nl met recidive om gaat.
Uit de reeds door RVO.nl gepubliceerde stukken is al naar voren gekomen dat diverse
nauwkeurigheidsmarges worden gehanteerd:
Een marge van 18% op de fosfaatvastlegging als brijvoer1 wordt gevoerd aan varkens;
Een methode waardoor rekening wordt gehouden met een stikstofgat2 bij staldieren;
Een methode waarmee rekening wordt gehouden met een bezinklaag3 die achterblijft in een
opslag voor varkensmest;
Marges voor aan- en afvoer ten aanzien van gewogen en bemonsterde dierlijke mest,
kunstmest, overige bemonsterde organische meststoffen, staldieren, gewogen
diervoer/ruwvoer en eieren.
Als gevolg van de uitspraak heeft RVO.nl in 2019 138 boetebeschikkingen waartegen bezwaar liep
geheel of gedeeltelijk ingetrokken, 9 uit 2017 en 129 uit 2018. Een boetebeschikking kan uit
meerdere administratieve bevindingen bestaan. Daarnaast hebben de controles in de varkens- en
pluimveehouderij vertraging opgelopen, omdat mogelijke overtredingen niet beboet konden
worden voordat de nauwkeurigheidsmarges inzichtelijk waren. De capaciteit voor deze controles is
in de tussentijd ingezet voor controles binnen andere sectoren, zoals de rundveehouderij.
Momenteel wordt onderzocht of er overgegaan kan worden tot een eenvoudiger boetebeleid
waarbij gebruik wordt gemaakt van een of enkele meer algemene marges. Vergelijkbaar met de
algemene marge die wordt gehanteerd bij snelheidsovertredingen in het verkeer. Een
vereenvoudigd boetebeleid moet ertoe leiden dat het beleid transparant en goed verdedigbaar is
voor zowel bedrijven als RVO.nl. De CDM wordt hierover om advies gevraagd, waarbij in eerste
instantie gekeken wordt naar een onnauwkeurigheidsmarge in drie categorieën diersoorten
(varkens, overige staldieren en graasdieren). Verder wordt gekeken verbetermogelijkheden in het
1 Een mengsel van mengvoer, vaste en vloeibare bijproducten en water. Dit mengsel wordt op de veehouderij aangemaakt en daarna aan
de dieren gegeven.
2 Stikstof vervliegt. De stikstofberekening is geïntroduceerd om rekening te houden met verschil tussen de verhouding fosfaat/stikstof in
de forfaitair berekende productie van staldieren en de via bemonstering en analyse bepaalde afgevoerde mest van die dieren. De
verhouding fosfaat en stikstof in de afgevoerde mest is hierdoor tevens bepalend voor de hoeveelheid mest die in dat jaar wordt geacht
te zijn geproduceerd.
3 In een mestopslag voor varkensmest kan zich een bezinklaag vormen met hogere stikstof- en fosfaatwaarden. Door de vorming van een
bezinklaag kan dus meer stikstof en fosfaat in een mestopslag aanwezig zijn dan volgt uit de toepassing van de algemene regels om de
hoeveelheid fosfaat en stikstof in een mestopslag vast te stellen.
3
maken van meer onderscheid naar recidive en bedrijfsgrootte, zoals de CDM ook aanbeveelt. Het
ministerie van LNV verkent deze mogelijkheden evenals welke aanpassingen in wet- en regelgeving
dit eventueel vergt. In het eerste kwartaal van 2020 wordt de uitkomst hiervan opgeleverd.
Versterkte handhavingsstrategie mest
Figuur 1: Schematisch overzicht Versterkte Handhavingsstrategie
In de VHS zijn maatregelen vastgelegd die de handhaving van het mestbeleid slimmer en
effectiever moeten maken (figuur 1). Als onderdeel van het pakket aan maatregelen hebben de
NVWA en RVO.nl vanaf september 2018 een risicogerichte aanpak ontwikkeld. In eerste instantie
richt deze aanpak zich op drie gedefinieerde risicogebieden: De Peel, Gelderse Vallei en Twente. Dit
betekent uitdrukkelijk niet dat in de rest van Nederland geen toezicht en handhaving meer
plaatsvindt; de gebiedsgerichte aanpak wordt daar naast uitgevoerd. Binnen het gebiedsgericht
handhaven is bewust gekozen voor een gezamenlijke aanpak met Openbaar Ministerie (OM), politie
en regionale partners, zoals provincies, omgevingsdiensten en waterschappen. Uiteindelijk dient
deze samenwerking zich uit te betalen in meer uitwisseling van informatie- en databestanden,
betere analyses van risicogerichte bedrijven en een hoger percentage niet-akkoorden.
Ook intermediaire ondernemingen worden binnen de risicogerichte handhaving gezien als
risicogroep wiens activiteiten grotendeels gebiedsoverstijgend plaatsvinden. Binnen deze groep
worden ondernemers risicogericht geselecteerd en op ieder van deze intermediairs is een
gezamenlijk plan van aanpak op maat gemaakt. Doel van deze aanpak is dat de naleving bij
intermediaire ondernemers toeneemt. Indirect dient deze aanpak ook bij te dragen aan een betere
naleving door de primaire bedrijven (ketenaanpak), aangezien zij als klanten meegenomen worden
in het onderzoek (spin off). De onderzoeken naar intermediaire ondernemers en hun klantenkring
zijn complex en tijdrovend. Hierdoor hebben de inspecties een hoge doorlooptijd. In 2019 is door
de NVWA meer ingezet op grote fraude onderzoeken, terwijl RVO.nl juist door kleine vergrijpen een
dossier met bewijslast probeert op te bouwen. Tezamen wordt hiermee een omvattende aanpak op
deze risicogroep toegepast.
Naast risicogerichte handhaving wordt er vanuit de VHS ook ingezet op de mest I(C)T-projecten die
zich richten op automatisering en het vereenvoudigen van de regelgeving. Cruciaal voor de
controles wordt de realisatie van ‘real time’ inzicht in de mestvervoersbewegingen en het inrichten
van een ‘control room’ en ‘competence centre’ in 2020. Dat moet een substantiële positieve impact
hebben op het toezicht en de naleving binnen het mestdomein. Het biedt mogelijkheden om actief
te handhaven in plaats van handhaving achteraf (over een afgesloten boekjaar).
4
Gebiedsgericht Handhaven en intermediaire sector
Leeswijzer tabellen controleresultaten
Fysieke controles
De fysieke controle resultaten hebben betrekking op de werkzaamheden van de NVWA. De resultaten
zijn gecategoriseerd naar type controle zoals deze door de NVWA in de systemen gehanteerd worden.
Hierbij zijn er twee categorieën die enkel in 2018 als apart label zijn gebruikt in het systeem.
In de kolommen 2017 t/m 2019 is het totaal aantal controles per controlecategorie in een bepaald
gebied weergegeven. Deze zijn verdeeld in akkoord bevonden controles en niet-akkoord bevonden
controles.
De geconstateerde niet-akkoord controles worden doorgezet naar RVO.nl of met een boete, een
Last onder dwangsom (LOD) of een telefonische/schriftelijke waarschuwing afgehandeld. Het
opgelegde boetebedrag is onderdeel van het boetebedrag dat wordt weergegeven bij de
administratieve controles.
De controles weergeven in de kolommen hebben plaatsgevonden in het desbetreffende controlejaar
(2017, 2018 of 2019) maar kunnen inhoudelijk ook betrekking hebben op handelingen in
voorgaande controle jaren.
Per individuele controle kunnen meerdere feiten geconstateerd zijn.
Administratieve controles
Administratieve controle resultaten hebben vooral betrekking op de werkzaamheden van RVO.nl. De
resultaten zijn gecategoriseerd naar type bedrijf op basis van de Standaard Opbrengt (SO)-bepaling van
het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De SO is een economische maat voor de omvang van een
agrarisch bedrijf. SO is gebaseerd op de opbrengst die gemiddeld per jaarbasis per gewas of
diercategorie wordt behaald en wordt uitgedrukt in euro. Het grootste economische aandeel per bedrijf
bepaald in welke categorie deze valt. De SO-bepaling en de categorisering aan de Gecombineerde
Opgave van RVO.nl hebben betrekking op 2018. De categorisering van 2018 is ook gebruikt voor de
toedeling van feiten en bedragen in de jaren 2017 en 2019. Een feit of bedrag is toegekend aan de
typering zoals bekend in 2018. Hieronder volgt nog een korte uiteenzetting van de gehanteerde
categorieën:
Rundvee: bedrijven met melkveehouderij, overige rundvee, witvleeskalveren, rosevleeskalveren en
graasdieren.
Varkens: bedrijven met fokvarkens, vleesvarkens en/of opfokvarkens.
Pluimvee: Bedrijven met vleeskuikens, leghennen, ouderdieren, kalkoenen, vleeseenden en overig
pluimvee.
Akkerbouw: bedrijven met grond voor akkerbouw, tuinbouw en/of sierteelt.
Gemende bedrijven: bedrijven met pluimvee en varkens of varkens en melkvee
Overige mest producerende bedrijven: bedrijven met paarden, schapen, geiten of overige
staldieren.
Overige bedrijven: Bedrijven met geen of kleine economische activiteit in 2018, beëindigde
bedrijven in 2018, tuinbouw onder glas, voerleveranciers, bedrijven die in 2018 zijn overgedragen.
Intermediair: Intermediaire ondernemingen die officieel geregistreerd staan bij RVO.nl.
In de kolommen 2017 t/m 2019 is het totaal aantal gecontroleerde feiten per bedrijfstype in een
bepaald gebied weergegeven. Deze zijn verdeeld in akkoord bevonden feiten en niet-akkoord
bevonden feiten.
De geconstateerde niet-akkoord zijn met een boete, een Last onder dwangsom (LOD) of een
telefonische/schriftelijke waarschuwing afgehandeld. Het bijbehorende boetebedrag is weergegeven
onder de categorie ‘opgelegd boete bedrag’.
Het aantal feiten en het boetebedrag geconstateerd in deze kolommen zijn beschikt in het
desbetreffende controlejaar maar kunnen ook betrekking hebben op handelingen in voorgaande
controle jaren.
Per individueel bedrijf kunnen meerdere feiten geconstateerd zijn en ook meerdere boetes opgelegd
zijn.
5
Resultaten de Peel
De Peel
2018
Eerste helft 2019
Fysieke controle resultaten
Totaal
Akkoord Niet-
Totaal
Akkoord Niet-
Type controle
controles
Akkoord controles
Akkoord
Onafhankelijke bemonstering
16
15
1
Vervoer meststoffen
36
30
6
Derogatie
74
53
21
22
20
2
Diverse onderdelen Besluit Gebruik Meststoffen
80
76
4
219
202
17
Bedrijfsinspectie en derogatie
28
21
7
40
20
20
Bedrijfsinspecties
63
26
37
Administratieve Verplichtingen Landbouwbedrijven
1
0
1
Totaal
246
176
70
333
287
46
Tabel 1: Fysieke controle resultaten De Peel
De Peel
Totaal
2017
2018
Eerste helft 2019
Administratieve
aantal
controle resultaten
bedrijven
Totaal Akkoord
Niet-
Opgelegd
Totaal Akkoord
Niet-
Opgelegd
Totaal Akkoord
Niet-
Opgelegd
in de
feiten
Akkoord
Boete
feiten
Akkoord
Boete
feiten
Akkoord
Boete
regio
Bedrag
Bedrag
Bedrag
Rundveebedrijf
2.829
250
80
170
€ 519.010
169
51
118
€ 846.903
189
43
146
€ 2.190.329
Varkensbedrijf
1.397
140
81
59
€ 138.365
126
39
87
€ 1.541.321
82
5
77
€ 13.640
Pluimveebedrijf
421
8
4
4
€ 1.000
10
1
9
€ 1.000
28
3
25
€ 2.100
Akkerbouwbedrijf
2.807
82
29
53
€ 25.834
109
10
99
€ 124.704
57
10
47
€ 13.922
Gemengde bedrijven
136
36
21
15
€ 14.583
54
26
28
€ 373.322
12
1
11
€ 300
Overige mest-
producerende
bedrijven
945
54
6
48
€ 23.284
65
6
59
€ 239.693
54
3
51
€ 13.440
Overige bedrijven
1.046
29
13
16
€ 43.517
63
9
54
€ 63.737
60
16
44
€ 4.990
Intermediaire
onderneming
387
358
68
290
€ 76.420
287
65
222
€ 1.202.380
793
106
687
€ 122.060
Totaal
9.968
957
302
655 € 842.013
883
207
676
€ 4.393.060
1.275
187
1.088
€ 2.360.781
Tabel 2: Administratieve controle resultaten De Peel
6
Resultaten Gelderse Vallei
Gelderse Vallei
2018
Eerste helft 2019
Fysieke controle resultaten
Totaal
Akkoord Niet-
Totaal
Akkoord Niet-
Type controle
controles
Akkoord controles
Akkoord
Onafhankelijke bemonstering
4
4
0
Vervoer meststoffen
18
18
0
Derogatie
36
29
7
13
11
2
Diverse onderdelen BGM
7
6
1
14
13
1
Bedrijfsinspectie en derogatie
9
7
2
14
6
8
Bedrijfsinspecties
23
13
10
Administratieve Verplichtingen Landbouwbedrijven
0
0
0
Totaal
75
55
20
63
52
11
Tabel 3: Fysieke controle resultaten Gelderse Vallei
Gelderse Vallei
Totaal
2017
2018
Eerste helft 2019
Administratieve
aantal
controles
bedrijven
Totaal Akkoord
Niet-
Opgelegd
Totaal Akkoord
Niet-
Opgelegd
Totaal Akkoord
Niet-
Opgelegd
in de
feiten
Akkoord
Boete
feiten
Akkoord
Boete
feiten
Akkoord
Boete
regio
Bedrag
Bedrag
Bedrag
Rundveebedrijf
1.417
92
34
58
€ 24.989
92
28
64
€ 291.775
64
6
58
€ 11.400
Varkensbedrijf
207
6
4
2
€ 1.300
14
8
6
€ 5.550
9
0
9
€ 1.000
Pluimveebedrijf
191
16
7
9
€ 1.200
13
3
10
€ 1.600
13
1
12
€ 3.100
Akkerbouwbedrijf
287
2
0
2
€ 0
11
1
10
€ 600
2
0
2
€ 100
Gemengde
bedrijven
127
33
16
17
€ 12.792
43
7
36
€ 703.859
3
0
3
€ 0
Overige mest-
producerende
bedrijven
286
10
3
7
€ 2.000
15
0
15
€ 3.300
13
2
11
€ 1.800
Overige bedrijven
131
1
1
0
€ 0
8
2
6
€ 2.000
13
4
9
€ 1.300
Intermediaire
onderneming
72
76
14
62
€ 21.300
156
18
138
€ 113.100
114
23
91
€ 13.000
Totaal
2.718
236
79
157
€ 63.581
352
67
285
€ 1.121.784
231
36
195
€ 31.700
Tabel 4: Administratieve controle resultaten Gelderse Vallei
7
Resultaten Twente
Twente
2018
Eerste helft 2019
Fysieke controles
Totaal
Akkoord Niet-
Totaal
Akkoord Niet-
Type controle
controles
Akkoord controles
Akkoord
Onafhankelijke bemonstering
4
4
0
Vervoer meststoffen
6
6
0
Derogatie
74
68
6
8
5
3
Diverse onderdelen BGM
3
3
0
19
13
6
Bedrijfsinspectie en derogatie
28
23
5
11
5
6
Bedrijfsinspecties
8
3
5
Administratieve Verplichtingen Landbouwbedrijven
1
1
0
Totaal
114
98
16
48
33
15
Tabel 5: Fysieke controle resultaten Twente
Twente
Totaal
2017
2018
Eerste helft 2019
Administratieve
Aantal
controles
bedrijven
Totaal
Akkoord
Niet-
Opgelegd
Totaal Akkoord
Niet-
Opgelegd
Totaal Akkoord
Niet-
Opgelegd
in de
feiten
Akkoord
Boete
feiten
Akkoord
Boete
feiten
Akkoord
Boete
Type Bedrijf
regio
Bedrag
Bedrag
Bedrag
Rundvee bedrijf
1.873
85
37
48
€ 38.546
58
24
34
€ 99.898
45
16
29
€ 11.719
Varkensbedrijf
215
35
24
11
€ 9.092
17
0
17
€ 73.690
13
0
13
€ 2.400
Pluimveebedrijf
79
5
3
2
€ 944
0
0
0
€ 0
7
3
4
€ 300
Akkerbouwbedrijf
625
16
6
10
€ 1.800
16
0
16
€ 2.600
24
6
18
€ 3.500
Gemengde bedrijven
65
12
6
6
€ 300
18
2
16
€ 74.386
11
2
9
€ 39.905
Overige mest-
producerende
bedrijven
305
7
3
4
€ 1.300
24
1
23
€ 6.200
6
0
6
€ 2.200
Overige bedrijven
163
6
2
4
€ 300
9
2
7
€ 2.000
9
3
6
€ 0
Intermediaire
onderneming
72
39
14
25
€ 5.700
127
16
111
€ 25.140
223
17
206
€ 30.600
Totaal
3.397
205
95
110
€ 57.982
269
45
224 € 283.913
338
47
291
€ 90.623
Tabel 6: Administratieve controle resultaten Twente
8
Resultaten Overig Nederland
Overig Nederland
2018
Eerste helft 2019
Fysieke controles
Totaal
Akkoord Niet-
Totaal
Akkoord Niet-
Type controle
controles
Akkoord controles
Akkoord
Onafhankelijke bemonstering
14
14
0
Vervoer meststoffen
256
232
24
Derogatie
525
449
76
209
174
35
Diverse onderdelen BGM
67
58
9
75
71
4
Bedrijfsinspectie en derogatie
148
135
13
48
18
30
Bedrijfsinspecties
27
11
16
Administratieve Verplichtingen Landbouwbedrijven
4
2
2
Totaal
771
655
116
602
509
93
Tabel 7: Fysieke controle resultaten overig Nederland
Overig Nederland
Totaal
2017
2018
Eerste helft 2019
Administratieve
aantal
controles
bedrijven
Totaal Akkoord
Niet-
Opgelegd
Totaal Akkoord
Niet-
Opgelegd
Totaal Akkoord
Niet-
Opgelegd
in de
feiten
Akkoord
Boete
feiten
Akkoord
Boete
feiten
Akkoord
Boete
Type Bedrijf
regio
Bedrag
Bedrag
Bedrag
Rundvee bedrijf
18.952
957
270
687
€ 617.772
766
208
558
€ 2.466.176
487
100
387
€ 472.385
Varkensbedrijf
1.165
66
32
34
€ 88.357
69
16
53
€ 905.085
42
1
41
€ 4.500
Pluimveebedrijf
648
34
11
23
€ 4.900
24
1
23
€ 15.110
24
1
23
€ 1.700
Akkerbouwbedrijf
14.365
185
66
119
€ 27.400
557
16
541
€ 71.997
387
36
351
€ 40.083
Gemengde
bedrijven
246
47
27
20
€ 6.571
73
28
45
€ 507.078
7
2
5
€ 300
Overige mest-
producerende
bedrijven
4.701
156
39
117
€ 38.878
131
17
114
€ 27.919
103
18
85
€ 7.700
Overige bedrijven
4.810
416
70
346
€ 255.102
478
98
380
€ 513.904
437
66
371
€ 30.630
Intermediaire
onderneming
684
501
107
394
€ 102.849
886
111
775
€ 1.092.189
994
180
814
€ 155.395
Totaal
45.571
2.362
622
1.740
€ 1.141.829
2.984
495
2.489
€ 5.599.459
2.481
404
2.077
€ 712.693
Tabel 8: Administratieve controle resultaten overig Nederland
9
Resultaten locatie onafhankelijke controles (intermediaire ondernemingen)
Locatie onafhankelijk
2018
Eerste helft 2019
Fysieke controles
Type controle
Totaal
Akkoord Niet-
Totaal
Akkoord Niet-
controles
Akkoord controles
Akkoord
Intermediaire onderneming
69
35
34
56
37
19
Covergisting
7
6
1
1
1
0
Vervoer meststoffen
1.186
1.107
79
162
140
22
Export mest
177
169
8
34
26
8
Onafhankelijke monstername
353
342
11
35
31
4
Totaal
1792
1659
133
288
235
53
Tabel 9: Fysieke controle resultaten locatie onafhankelijke controle
Toelichting
Controleresultaten De Peel
De voorlopige controleresultaten in de Peel (tabel 1 en 2) laten zien dat de toezicht- en
handhavingsactiviteiten van de NVWA en RVO.nl sinds de inwerkingtreding van de VHS in het
gebied zijn geïntensiveerd ten opzichte van voorgaande jaren. Zowel het aantal fysieke als het
aantal administratieve controles ligt in de eerste helft van 2019 hoger dan het totaal in 2018 en
2017. In de tweede helft van 2019 zal dit door lopende zaken nog verder oplopen. De meeste
fysieke controles hebben plaatsgevonden op diverse onderdelen van het Besluit Gebruik
Meststoffen (BGM) en met name op het (tijdig) inzaaien van het vanggewas. Bij de administratieve
controles is een sterke toename te zien in het aantal gecontroleerde feiten met betrekking tot de
intermediaire onderneming. Dit is ook in lijn met de risicogerichte aanpak van de VHS. RVO.nl
heeft zich bij de onderzoeken naar intermediairs vooral op kleinere vergrijpen en recidive gericht
om op die manier een dossier op te bouwen. Bij deze overtredingen horen lagere boetes, hetgeen
terug is te zien in het totale boete bedrag. Het opgebouwde dossier draagt bij aan het zonodig
uiteindelijk intrekken van de registratie van de intermediaire ondernemer.
Door de uitspraak van het CBb hebben er ook in De Peel minder fysieke en administratieve
controles plaatsgevonden bij met name varkensbedrijven. De capaciteit is daarbij verschoven naar
controles in de rundveehouderij. Hierbij zijn ook veel bedrijven gecontroleerd die uit de
zogenaamde spin off kwamen van onderzoeken naar intermediaire ondernemers. Dit resulteert in
de eerste helft van 2019 in een fors toegenomen boetebedrag voor bedrijven in deze categorie.
In de eerste helft van 2019 is er verder geïnvesteerd om de samenwerking met regionale partners
verder te versterken. Er is onder meer gekeken hoe de verschillende verantwoordelijkheden
rondom het toezicht bij het uitrijden van mest in de praktijk zijn geregeld. Betere afstemming
tussen de partijen moet leiden tot een effectievere handhaving en een verbetering van de naleving.
Daarnaast is in overleg met de gemeenten en Omgevingsdiensten door de NVWA en RVO.nl, in
samenwerking met de partners, administratief onderzoek uitgevoerd naar de Voormalige
Agrarische Bedrijven (VAB-bedrijven). De indruk bestond bij de gemeenten en omgevingsdiensten
dat een aantal van deze bedrijven toch nog actief zou zijn. RVO.nl heeft een administratieve
controle uitgevoerd op 888 VAB-bedrijven in Oost-Brabant en Limburg-Noord op basis van diverse
publieke databronnen. De betreffende locaties zijn onderzocht op het houden van runderen,
varkens en kippen. Tevens is een analyse uitgevoerd op de aan- en afvoer van dierlijke mest.
Hieruit bleek dat bij 16 bedrijven een nader onderzoek moest worden uitgevoerd. De uitkomsten
hiervan zijn nog niet bekend. In 2019 staan er nog zeker 20 gezamenlijke inspecties gepland in de
Peel.
Controleresultaten Gelderse Vallei
In de Gelderse Vallei laten de voorlopige resultaten van 2019 (tabel 3 en 4) zien dat de trend uit
2018 wordt voortgezet. Sinds de inwerkingtreding van de VHS neemt de toezicht intensiteit in dit
gebied toe. De administratieve controles richten zich ook hier sterk op kleine vergrijpen en recidive
bij intermediaire ondernemers. De samenwerking in deze regio is eind 2018/begin 2019 gestart
met het uitvoeren van de eerste gezamenlijke controles. De selectie van de bedrijven voor de
gezamenlijke controles is uitgevoerd door de inspecteurs van alle betrokken partners. De
10
samenwerking in de Gelderse Vallei is bewust kleinschalig gestart, om goed te kunnen kijken welk
maatwerk er in dit gebied geboden moet worden in vergelijking met de aanpak in De Peel. De
ervaringen in 2019 worden verwerkt en opgenomen in een meerjarig werkplan. Dit werkplan borgt
de samenwerking, met de daarbij behorende afstemmingstructuur. In november zullen de
regionale handhavingspartners het plan vaststellen waarna de activiteiten volledig kunnen worden
uitgerold in dit gebied. Ook in de regio Gelderse Vallei heeft de CBb-uitspraak invloed gehad op de
selectie van te controleren bedrijven.
Controleresultaten Twente
De controleresultaten in Twente (tabel 5 en 6) laten zien dat de fysieke controles in dit gebied
achter blijven bij de verwachtingen. Dit is te verklaren doordat een belangrijke regionale partner,
de omgevingsdienst Twente, recentelijk te maken heeft gehad met een fusie en reorganisatie. De
organisatie heeft tijd nodig gehad om orde op zaken te stellen, waardoor nog niet volledig gestart
kon worden met de gezamenlijke aanpak in het gebied. De NVWA is afhankelijk van ontwikkelingen
bij de regionale partners. Inmiddels is vastgesteld dat er begin 2020 gestart kan worden met de
intensieve samenwerking en het proces van selectie en (gezamenlijke) controles van bedrijven. De
controleresultaten laten zien dat het aantal administratieve controles is toegenomen in dit gebied.
Hier ligt wederom een sterke focus op intermediaire ondernemers. De CBb-uitspraak heeft ook in
Twente gezorgd voor een andere selectie van primaire bedrijven.
Controleresultaten overig Nederland
Buiten de drie risicogebieden richten de toezichts- en handhavingsactiviteiten van de NVWA en
RVO.nl zich ook op de overige delen van Nederland. De controleresultaten (tabel 7 en 8) laten zien
dat de toezichts- en handhavingsactiviteiten op hetzelfde niveau blijven als de voorgaande jaren.
Er hebben in de eerste helft al veel controles plaatsgevonden naar de derogatievoorwaarden en het
vervoer van meststoffen. Ook in 2019 moet minimaal 5% van de derogatiebedrijven fysiek
gecontroleerd worden door de NVWA. De meeste derogatiecontroles zullen eind 2019, begin 2020
worden afgerond. De administratieve controles hebben zich ook in de overige delen van Nederland
vooral gericht op intermediaire ondernemers en bedrijfssectoren waarop de CBb-uitspraak geen
invloed had. Hoewel de VHS prioriteiten benoemd in de risicogebieden waken LNV, de NVWA en
RVO.nl ervoor dat dit niet ten koste gaat van het toezicht in overige gebieden van Nederland.
Controleresultaten locatie onafhankelijke controles (intermediaire ondernemingen)
De NVWA categoriseert sommige controles als locatie onafhankelijk (tabel 9). Dit zijn voornamelijk
de fysieke controles naar intermediaire ondernemers die door de kenmerken van intermediaire
ondernemers gebied overstijgend zijn en daardoor in het systeem van de NVWA niet aan een
specifieke regio gekoppeld kunnen worden. De administratieve controleresultaten naar
intermediaire ondernemers zijn in de voorgaande paragrafen al besproken en laten in heel
Nederland een toename zien van het aantal gecontroleerde feiten bij deze risicogroep. RVO.nl richt
zich daarbij vooral op kleine vergrijpen en recidive zodat er een dossier opgebouwd kan worden.
De NVWA richt zich op grote zaken naar intermediaire ondernemers en hun klantenkring (spin off).
Deze onderzoeken zijn complex en tijdrovend en hebben hierdoor een hoge doorlooptijd. De
aanpak moet uiteindelijk bijdragen aan een betere naleving van zowel intermediaire ondernemers
als primaire bedrijven. Met de vergelijking met 2018 kan het grote verschil op het gebied van het
vervoer van meststoffen verklaard worden doordat deze in 2018 allemaal als locatie onafhankelijk
zijn gecategoriseerd, terwijl deze in 2019 grotendeels binnen de verschillende risicogebieden zijn
gecategoriseerd.
In totaal worden er in 2019 114 intermediaire ondernemingen fysiek geïnspecteerd. 68 adressen
zijn geselecteerd voor een onderzoek naar mestopslagen: 42 adressen in De Peel, 4 adressen in de
Gelderse Vallei, 5 adressen in Twente en 17 adressen elders in Nederland. 46 intermediaire
ondernemingen zijn op andere selectiecriteria geselecteerd.
In 2019 zullen er ook 10 fysieke inspecties plaatsvinden bij covergisteringsinstallaties.
11
Registratie intermediaire ondernemers
In 2017 zijn 111 nieuwe intermediaire ondernemingen geregistreerd, in 2018 zijn 134
intermediaire ondernemingen geregistreerd, en in de eerste helft van 2019 zijn 49 intermediaire
ondernemingen geregistreerd (zie tabel 10). In 2017 zijn 5 aanvragen afwezen, in 2018 zijn 6
intermediaire ondernemingen afgewezen en in 2019 zijn tot en met 20 september 18 aanvragen
afgewezen. Deze toename van het aantal afwijzingen in 2019 is grotendeels toe te schrijven
doordat er sinds 2019 sterk gestuurd wordt op “enkelvoudige registraties”. Hiermee wordt bedoeld
dat de landbouwtak en intermediaire activiteiten niet meer gezamenlijk onder één en hetzelfde
relatienummer mag worden geregistreerd.
2017
2018
Eerste helft 2019
Aangevraagd
116
140
67
Afgewezen
5
6
18
Geregistreerd
111
134
49
Tabel 10: Nieuw geregistreerde intermediaire ondernemingen
De inspecties van de NVWA en RVO.nl bij intermediaire ondernemers kunnen uiteindelijk leiden tot
het schrappen van de registratie, waardoor een intermediaire ondernemer niet langer dierlijke
mest(stoffen) mag vervoeren of laten aanvoeren. Ook het verwerken van dierlijke mest voor de
mestverwerkingsplicht is dan niet meer mogelijk. RVO.nl kan de registratie van een intermediaire
onderneming weigeren of schrappen als er een groot risico bestaat dat de registratie is of zal
worden gebruikt om regels te overtreden. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om overtredingen op het
gebied van:
het verhandelen en vervoeren van meststoffen
de verantwoording van de aan- en afgevoerde meststoffen
de hoeveelheidsbepaling van meststoffen (manier van wegen en bemonsteren)
de administratieve verplichtingen van intermediaire ondernemingen
de opslag van meststoffen
de bewerking en verwerking van dierlijke meststoffen
RVO.nl publiceert maandelijks een aangepaste lijst met geregistreerde en geschrapte intermediaire
ondernemingen4. In 2017 is van één onderneming de registratie geschrapt. In 2018 zijn 4
geregistreerde intermediaire ondernemingen onderzocht waarbij een deel van de onderzoeken
doorliepen in 2019. In alle vier de gevallen is het Landelijk bureau Bibob om adviesgevraagd. Per
21 augustus 2019 heeft een onderzoek uit 2018 geleidt tot het schrappen van een intermediaire
onderneming. In 2019 zijn tot nu toe zeven onderzoeken gestart bij intermediaire ondernemingen
om te toetsen of er een groot risico bestaat dat de registratie is, of zal worden gebruikt om regels
te overtreden.
4 https://www.rvo.nl/onderwerpen/agrarisch-ondernemen/mestbeleid/mest/mestadministratie-en-registratie/administratie-intermediair
12
Resultaten Nederland Totaal
Nederland Totaal
20175
2018
Eerste helft 2019
Fysieke controles
Totaal Akkoord
Niet-
Totaal
Akkoord
Niet-
Totaal Akkoord
Niet-
Type controle
controles
Akkoord
controles
Akkoord controles
Akkoord
Covergisting Landbouwbedrijf
19
14
5
7
6
1
1
1
0
Export mest
112
75
37
177
169
8
34
26
8
Intermediaire onderneming
44
22
22
69
35
34
56
37
19
Onafhankelijke bemonstering
46
42
4
353
342
11
73
68
5
Vervoer meststoffen
1.086
908
178
1.186
1.107
79
478
426
52
Derogatie
1.080
987
93
709
599
110
252
210
42
Diverse onderdelen Besluit Gebruik Meststoffen (BGM)
1.086
988
98
157
143
14
327
299
28
Bedrijfsinspectie en derogatie
614
266
348
213
186
27
113
49
64
Bedrijfsinspecties
121
53
68
Administratieve Verplichtingen Landbouwbedrijven
6
3
3
Totaal
4.087
3.302
785
2.998
2.643
355
1.334
1.116
218
Tabel 11: Fysieke controleresultaten Nederland totaal
NL totaal
2017
2018
Eerste helft 2019
Administratieve
Totaal
controle
aantal
Totaal Akkoord
Niet-
Opgelegd
Totaal Akkoord
Niet-
Opgelegd
Totaal Akkoord
Niet-
Opgelegd
resultaten
bedrijven
feiten
Akkoord
Boete
feiten
Akkoord
Boete
feiten
Akkoord
Boete
Type bedrijf
in NL
Bedrag
Bedrag
Bedrag
Rundvee
25.071
1.384
421
963
€ 1.200.318
1.085
311
774
€ 3.704.751
785
165
620
€ 2.685.833
Varkens
2.984
247
141
106
€ 237.114
226
63
163
€ 2.525.645
146
6
140
€ 21.540
Pluimvee
1.339
63
25
38
€ 8.044
47
5
42
€ 17.710
72
8
64
€ 7.200
Akkerbouw
18.084
285
101
184
€ 55.034
693
27
666
€ 199.901
470
52
418
€ 57.604
Gemengde
bedrijven
574
128
70
58
€ 34.246
188
63
125
€ 1.658.645
33
5
28
€ 40.505
Overige mest
producerende
bedrijven
6.237
227
51
176
€ 65.462
235
24
211
€ 277.112
176
23
153
€ 25.140
Overige
bedrijven
6.150
452
86
366
€ 298.919
558
111
447
€ 581.642
519
89
430
€ 36.920
Intermediair
1.215
974
203
771
€ 206.269
1.456
210
1.246
€ 2.432.809
2.124
326
1.798
€ 321.055
Totaal
61.654
3.760
1.098
2.662
€ 2.105.405
4.488
814
3.674
€ 11.398.215
4.325
674
3.651
€ 3.195.797
Tabel 12: Administratieve controleresultaten Nederland totaal
5 Fysieke controleresultaten kunnen alleen op landelijk niveau vergeleken worden met 2017, aangezien er voor 2018 geen regionale aanpak bestond en de inspecties ook niet op die manier in het systeem zijn
vastgelegd.
13
Controleresultaten Nederland Totaal
Onderdeel
Organisatie
2017
2018
2018
2019
Eerste helft
Realisatie Begroot Realisatie Begroot
2019
Realisatie
Gebiedsgericht NVWA
n.v.t.
20.000
30.733
20.000
7.706
handhaven
RVO.nl
n.v.t.
3.000
1.317
15.500
6427
Intermediair & NVWA
22.510
29.000
17.304
23.500
9.390
covergisting
RVO.nl
3.500
7.500
6.391
10.000
7614
Derogatie
NVWA
29.750
19.125
38.382
20.000
8.896
RVO.nl
3.000
4.500
5.422
4.500
3210
Gerealiseerde
ongekoppelde
NVWA
6.500
uren6
Totaal aantal
NVWA en
uren
RVO.nl
56.060
83.125
99.549
93.500
49.743
Tabel 13: Urenoverzicht NVWA en RVO.nl
In tabel 13 worden de uren weergegeven die de NVWA en RVO.nl in 2018 en 2019 hebben ingezet
voor de verschillende onderdelen van de versterkte handhavingsstrategie en de derogatie. Ook in
2019 zal voldaan worden aan de eis van minimaal 5% fysieke en administratieve controles op
derogatievoorwaarden, zoals gesteld in de derogatiebeschikking. Zoals in de voortgangsrapportage
2018 al gerapporteerd is, zijn er in 2018 meer uren gerealiseerd dan in eerste instantie was
begroot. Voor 2019 is een verdere versterking van de capaciteit beoogd waarvan RVO.nl en de
NVWA al bijna 50.000 uur hebben gerealiseerd in de eerste helft van 2019. De verwachting is dat
de trend doorgetrokken zal worden over het geheel van 2019. RVO.nl zal veel van de resterende
capaciteit inzetten op derogatiecontroles, meldingen over overdrachten van bedrijven en controles
van de gecombineerde opgave. De NVWA zal samen met regionale partners in regio De Peel nog 20
gezamenlijke controles uitvoeren en heeft naar aanleiding van de claim van Varkens in Nood dat er
enkele miljoenen illegale varkens in Nederland zouden zijn, een project benoemd om tot een
naleefbeeld te komen in de varkenshouderij. Dit zal starten in 2020 en worden gedaan door
dierrechteninspecties te houden bij varkenshouders.
In de tabellen 11 en 12 zijn de fysieke en administratieve controle- en handhavingsresultaten van
2017, 2018 en de voorlopige resultaten van 2019 weergegeven. Het overzicht laat in de eerste
helft van 2019 op het gebied van administratieve controles al goede resultaten zien. De extra
capaciteit die vanuit de VHS is ingezet leidt in de eerste helft van 2019 tot meer gecontroleerde
feiten en geconstateerde overtredingen (niet-akkoord). De gebiedsgerichte aanpak lijkt op dit vlak
goed te werken. Met name bij intermediairs heeft het tot een aanzienlijke toename van
geconstateerde feiten geleid. De risicogerichte aanpak op deze groep lijkt hiermee het gewenste
effect te hebben.
De fysieke controles blijven in de eerste helft van 2019 achter bij de verwachtingen. De extra
capaciteit heeft tot dusver niet geleid tot de gewenste een toename van het aantal fysieke
controles. In de praktijk is gebleken dat het efficiënt opzetten van de gebiedsgerichte handhaving
met de regionale partners meer tijd en energie kost dan van te voren is beoogd. Dit heeft in de
eerste helft van 2019 gevolgen gehad voor de inzet van de beschikbare capaciteit. Er is daarnaast
veel capaciteit geïnvesteerd in het automatiseringsproces. Beide processen zorgen er echter wel
voor dat de fysieke inspecties in de toekomst effectiever en efficiënter kunnen worden uitgevoerd,
hetgeen uiteindelijk bijdraagt aan het verhogen van de pakkans en het vergroten van de naleving.
In aanvulling op de huidige inspanningen en capaciteit van de NVWA, werft de organisatie
momenteel 20 FTE inspecteurs die specifiek op het gebied van mest aan de slag zullen gaan. Deze
inspecteurs zullen in een periode van 4-5 maanden worden opgeleid en daarna operationeel zijn.
Dit zal een grote impuls geven aan de fysieke inspecties in het kader van de VHS. Ook zal het
merendeel van de derogatiecontroles plaatsvinden in het laatste kwartaal van 2019.
In het overzicht zijn ook de gevolgen van de uitspraak van het CBb zichtbaar. De uitspraak heeft
ervoor gezorgd dat de risicogerichte aanpak richting varkensbedrijven slechts gedeeltelijk kon
worden uitgevoerd. Het aantal controles, onderzochte feiten en het boetebedrag voor deze
6 Deze uren zijn al wel gerealiseerd in het kader van de VHS, maar in het systeem nog niet gekoppeld aan het juiste onderdeel
14
doelgroep vallen daarom lager uit in de eerste helft van 2019. Er is echter wel te zien dat de
capaciteit is ingezet op onderzoeken met betrekking tot rundveehouders.
Met betrekking tot intermediairs zijn RVO.nl en de NVWA overeengekomen dat RVO.nl zich in 2019
meer richt op onderzoeken naar administratieve feiten. Deze onderzoeken zijn minder omvangrijk,
hebben een kortere doorlooptijd en dat geeft daarmee de mogelijkheid te handhaven op recidive.
De boetebedragen zijn bij overtredingen lager. De uitwerking is goed te zien bij de controles op
intermediaire ondernemingen in 2019 (hoger aantal, lager totaal bedrag). De NVWA heeft zich in
2019 juist gericht op grotere zaken rondom intermediaire ondernemingen. Hierbij worden ook
bedrijven die gebruikgemaakt hebben van de diensten van een intermediaire ondernemer
meegenomen in het onderzoek (Spin off). Deze onderzoeken zijn complex en tijdrovend en hebben
hierdoor een hoge doorlooptijd.
Automatisering
Naast risicogerichte handhaving wordt er vanuit de VHS ook ingezet op de mest IT-projecten die
zich richten op automatisering en het vereenvoudigen van de regelgeving. Dit onderdeel gaat
verder in op de voortgang van de implementatie van het spoor nieuwe technologie uit de
versterkte handhavingsstrategie mest (Mest-IT) beschreven.
Programmatische aanpak
Sinds september 2018 is er gestart met de implementatie van de VHS mest. Deze is verwerkt in
een handhavingsplan 2019 dat voor het eerst gezamenlijk door NVWA en RVO.nl is opgesteld. Voor
het spoor automatisering is een projectstructuur ingericht met een door het ministerie van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangestelde projectleider. Juni 2019 is geconstateerd dat
een project enkel gericht op automatisering onvoldoende recht doet aan de problematiek. Goede
inbedding van nieuwe technologie behoeft ook aanpassingen in de organisatie en training van
medewerkers. Om effectiever de VHS mest te implementeren is er sinds september 2019 een
programmastructuur ingericht met daarin concrete op elkaar aansluitende projecten. Het
programma wordt geleid op managementteamniveau met managers van het ministerie van LNV,
de NVWA en RVO.nl. Hieronder wordt de voortgang uiteengezet van de projecten die in de nieuwe
programmatische aanpak integraal verder ontwikkeld worden.
Eén hoofdregel voor alle mesttransporten
Volgens de huidige hoofdregel van mesttransporten moet het vervoer van dierlijke mest uitgevoerd
worden door een bij de RVO.nl geregistreerde intermediaire onderneming met behulp van
geregistreerde goedgekeurde AGR/GPS apparatuur. Bij het laden en lossen van de mest wordt er
een laad- of losmelding verstuurd naar RVO.nl. Inspecteurs van de NVWA kunnen deze laad- en
losmeldingen ‘real time’ zien op hun beeldscherm. Daarnaast wordt de vracht mest gewogen,
bemonsterd en geanalyseerd door een erkend laboratorium. Binnen 30 werkdagen nadat het
transport heeft plaatsgevonden dient de vervoerder elektronisch de gegevens van het
Vervoersbewijs dierlijke meststoffen (VDM) in bij RVO.nl. Naast deze VDM-gegevens ontvangt
RVO.nl van intermediaire ondernemingen AGR/GPS-laad- en losmeldingen, registreert RVO.nl alle
intermediaire ondernemingen, hun voertuigen en bemonsterings- en verpakkingsapparatuur.
Op de bovengenoemde hoofdregel is in de loop de jaren een aantal uitzonderingen gekomen
waarbij niet volledig of achteraf het vervoer van mest verantwoord mag worden. Bijvoorbeeld
transporten over korte afstand of het vervoer van champost. Gelijktijdig met de invoering van
digitaal en ‘real time’ verantwoorden in de herfst van 2020 worden de tijdstippen waarop deze
uitzonderingen komen te vervallen in regelgeving opgenomen. Dit is een ingrijpende maatregel.
November 2019 wordt een extern bureau opdracht gegeven een app te bouwen waarmee de
overheid de overgang van de uitzonderingssituatie naar voldoen aan de hoofdregel het voor
betrokkenen zo makkelijk mogelijk wil maken. Vanwege de impact van de maatregel zal
vermoedelijk voor het stoppen van de uitzondering voor boer-boer transport een latere datum van
inwerkingtreding noodzakelijk zijn.
15
Ketenbeheersing
In april 2019 is als eerste stap het op papier indienen van het Vervoersbewijs Dierlijke Mest niet
langer toegestaan. De keten is in beeld gebracht en bij iedere stap in de keten is bepaald welke
informatie vereist gaat worden. De regelgeving wordt hierop aangepast. De minimale planning voor
aanpassen van regelgeving, consulatie en notificatie loopt tot herfst 2020. De inzet is dat vanaf
herfst 2020 mesttransportmiddelen een vooraanmelding, laad- en losmelding en een GPS-melding
tijdens de rit doen en dat de overdracht van mest gepaard gaat met het zetten van een
handtekening. Om dit mogelijk te maken dienen binnen een periode van ruim een half jaar de
nodige interne systemen ingrijpend aangepast te worden. In de tabel hieronder is het tijdspad voor
de wijziging uiteengezet.
Fase
Duur fase
Fase afgerond
Voorbereiding ontwerp regeling en ontwerp besluit
3 maanden
Begin december
2019
Privacy impact assessment
1 maand
Begin januari 2020
(=gegevensbeschermingsbeoordeling) en
afstemming met functionaris voor
gegevensbescherming
Internetconsultatie
1 maand
Begin februari
2020
Toetsen regeldruk (ATR), UHT (RVO/NVWA),
2 maand (deels tijdens
Begin maart 2020
persoonsgegevens (AP)
internetconsulatie)
Wetgevingstoets ontwerp-besluit
3 weken (grotendeels tijdens
Eind maart 2020
toetsperiode)
Besluitvorming ministerraad over ontwerp-besluit
0,5 maand
Half april 2020
Notificatie
3 maanden
Half juli 2020
Advisering Raad van State over ontwerp besluit en
3 maanden (parallel aan
Half juli 2020
nader rapport
notificatie)
Vaststelling en publicatie besluit en regeling
1 week
Eind juli 2020
Benodigde tijd voor invoering (bouw ICT-
3 maanden
Eind oktober 2020
instrument waarbij fg op de hoogte gehouden
wordt)
Inwerkingtreding
1 nov 2020
Tabel 14: tijdspad wetswijziging
Voorzieningen RVO.nl en de NVWA
NVWA en RVO.nl werken samen aan het verder optimaliseren van de manier waarop risico’s
worden geanalyseerd. Hiervoor worden een ‘control room’ voor data-ingangscontrole en quick
respons en een ‘competence centre’ voor diepte-analyses en langere termijn ontwikkelingen
opgezet.
In de ‘control room’ wordt binnenkomende data geanalyseerd op consistentie. Dit kan leiden tot
feed back naar de indiener van de data en/of quick respons door de NVWA. In het ‘competence
centre’ worden data-analisten en inhoudelijke experts bij elkaar gebracht en voorzien van
instrumentarium om diepgaande data-analyses te doen en risico’s voor de langere termijn op te
sporen. Sinds september 2018 wordt meer gewerkt met risicoanalyses en nieuwe datatechnologie
en een betere afstemming tussen NVWA en RVO.nl. Geconcludeerd is dat ook hiervoor een
planmatige werkwijze noodzakelijk is en dat de werkwijze van NVWA en RVO.nl moet veranderen
van een meer reactieve naar een meer actieve vorm van handhaven.
In het project is gebleken dat het inrichten van een ‘control room’ en ‘competence centre’ veel
meer is dan een automatiseringsproject. Software en hardware moeten ingrijpend worden
aangepast maar ook de organisatie zoals beschikbaarheid van medewerkers en de interactie met
de buitendienst moeten worden ingeregeld. Vanaf september 2019 is er sprake van een
projectmatige aanpak voor dit onderdeel. Binnen de programmastructuur zoals deze per september
werkt is voorzien dat er eind 2019 een ‘proof of concept’ beschikbaar is en dat er werkende wijs
16
gewerkt kan worden aan verdere ontwikkeling zodat de ‘control room’ binnen een jaar operationeel
is.
Data delen in de regio
In de regio De Peel heeft een intensief traject plaatsgevonden om data tussen de verschillende
toezichthoudende instanties te mogen uitwisselen. Voor deze data uitwisseling is een correcte
juridische basis van groot belang. Er is veel afstemming nodig geweest om tot formele afspraken te
komen over het uitwisselen van data. Het formeel uitwisselen van informatie voor toezichts- en
handhavingsdoeleinden is een basisvoorwaarde om gezamenlijk op te kunnen treden.
Risicoanalyses zijn de basis van verdere uitwerking van risicogerichte samenwerking in de regio.
Belangrijkste aandachtspunt is dat voldaan moet zijn aan de algemene verordening
gegevensbescherming (AVG). Op 21 oktober 2019 is een concept samenwerkingsovereenkomst in
een bestuurlijk overleg tussen regionale bestuurders en LNV besproken. Op basis van de
ervaringen die zijn opgedaan in De Peel is de verwachting dat het opstellen van een
samenwerkingsovereenkomst in de andere twee regio’s sneller kan verlopen. Tabel 13 geeft een
overzicht van alle informatieleveringen door RVO.nl aan regionale partners.
Samenwerkings- Aantal leveringen
Aantal leveringen
Aantal leveringen
Partners
2017
20187
20198
Omgevingsdienst
22
20
37
Politie
6
8
6
NVWA
21
30
9
Waterschappen
157
158
107
Belastingdienst
27
21
59
Gemeentes
16
18
15
Provincies
7
18
9
Rijkswaterstaat
12
12
8
Totaal
268
285
250
Tabel 15: Informatieverzoeken aan RVO.nl door samenwerkingspartners
Digitaal volgen transport: voorzieningen bij de sector
Aanvullend op de dwingende overheidsmaatregelen om mesttransporten ‘real time’ en digitaal te
volgen, zorgt de sector zelf voor een systematiek voor het koppelen van bedrijfsgegevens aan de
overheidsbestanden. Door het koppelen van verschillende gegevensbestanden, waaronder de
werksystemen van bedrijven, wordt het moeilijker gegevens te manipuleren. Het projectplan
hiervoor is op 3 oktober 2019 in een bestuurlijk overleg tussen LNV en sectororganisaties voor de
eerste fase van het project vastgesteld. Op basis van de eerste verkennende fase zullen LNV en de
sector besluiten over de voortgang van de tweede fase.
7 In de voortgangsrapport van juni 2019 staan de aantallen van 2018 benoemd, echter staat erbij dat het de aantallen betreft uit de 3
risicogebieden. Dit is niet juist, het zijn de aantallen vanuit heel Nederland.
8 01-01-2019 tot 01-09-2019
17
18
Document Outline