This is an HTML version of an attachment to the Freedom of Information request 'Verlening derogatie Nederland 2020 en 2021'.



Ref. Ares(2020)6684543 - 13/11/2020
 
 
2019 
 
 
Voortgangsrapportage 
Handhaving en 
Uitvoering Mestbeleid 
Update najaar 2019 
 

 

link to page 3 link to page 3 link to page 5 link to page 6 link to page 7 link to page 8 link to page 9 link to page 10 link to page 11 link to page 11 link to page 14 link to page 16 link to page 7 link to page 7 link to page 8 link to page 8 link to page 9 link to page 9 link to page 10 link to page 10 link to page 11 link to page 13 link to page 14 link to page 14 link to page 15 link to page 17 link to page 18 link to page 5  
Inhoud 
 
Inleiding ............................................................................................................................. 2 
Context:............................................................................................................................. 2 
Versterkte handhavingsstrategie ........................................................................................... 4 
Gebiedsgericht Handhaven en intermediaire ondernemer ......................................................... 5 
Resultaten de Peel ........................................................................................................... 6 
Resultaten Gelderse Vallei ................................................................................................. 7 
Resultaten Twente ........................................................................................................... 8 
Resultaten Overig Nederland ............................................................................................. 9 
Resultaten locatie onafhankelijke controles (intermediaire ondernemingen)............................ 10 
Toelichting ..................................................................................................................... 10 
Resultaten Nederland Totaal ................................................................................................ 13 
Automatisering .................................................................................................................. 15 
Bijlage 1: Planning kritische activiteiten VHS mest.................................................................. 18 
 
 
Tabel 1: Fysieke controle resultaten De Peel ........................................................................... 6 
Tabel 2: Administratieve controle resultaten De Peel ................................................................ 6 
Tabel 3: Fysieke controle resultaten Gelderse Vallei ................................................................. 7 
Tabel 4: Administratieve controle resultaten Gelderse Vallei ..................................................... 7 
Tabel 5: Fysieke controle resultaten Twente ........................................................................... 8 
Tabel 6: Administratieve controle resultaten Twente ................................................................ 8 
Tabel 7: Fysieke controle resultaten overig Nederland .............................................................. 9 
Tabel 8: Administratieve controle resultaten overig Nederland .................................................. 9 
Tabel 9: Fysieke controle resultaten locatie onafhankelijke controle .......................................... 10 
Tabel 10: Nieuw geregistreerde intermediaire ondernemingen ................................................. 12 
Tabel 11: Fysieke controleresultaten Nederland totaal ............................................................ 13 
Tabel 12: Administratieve controleresultaten Nederland totaal ................................................. 13 
Tabel 13: Urenoverzicht NVWA en RVO.nl .............................................................................. 16 
Tabel 14: tijdspad wetswijziging ........................................................................................... 18 
Tabel 15: Informatieverzoeken aan RVO.nl door  samenwerkingspartners ................................. 19 
 
 
 Figuur 1: Schematisch overzicht Versterkte Handhavingsstrategie ............................................ 5 
 
 
 
 

 

 
Inleiding 
Vanaf 2018 is door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), in 
samenwerking met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) en de Nederlandse 
Voedsel en Warenautoriteit (NVWA), ingezet op een meer op risico’s gerichte aanpak van het 
toezicht en de handhaving van de mestregelgeving. Deze nieuwe aanpak is vastgelegd in de 
versterkte handhavingsstrategie mest (VHS). Als onderdeel van de nieuwe werkwijze hebben de 
NVWA en RVO.nl vanaf september 2018 een risicogerichte aanpak ontwikkeld. Met het opstellen 
van de VHS is ook voldaan aan een voorwaarde in de derogatieschikking 2018/2019.  
De resultaten van de VHS in 2018 zijn opgenomen in de bredere Voortgangsrapportage 
Handhaving en Uitvoering Mestbeleid 2018, die in juni 2019 gepubliceerd is. Aanvullend op de 
rapportage van 2018 worden nu de voorlopige resultaten van de VHS in de eerste helft van 2019 
gerapporteerd. Aangezien het kalenderjaar nog niet voorbij is, worden veel controles nog 
uitgevoerd en zijn gegevens over de resultaten nog niet volledig beschikbaar. Een totaaloverzicht 
van de resultaten in 2019 zullen worden opgenomen in de Voortgangsrapportage Handhaving en 
Uitvoering Mestbeleid 2019, die in juni 2020 gepubliceerd zal worden. In deze update worden 
vooral de risicogerichte handhavingsactiviteiten en het automatiseringstraject belicht. Door verdere 
ontwikkelingen in de data systemen van RVO.nl en de NVWA zijn de gegevens over 2018 
duidelijker en uitgebreider te rapporteren waardoor deze (in de meeste gevallen) hoger uitvallen 
dan de cijfers die in de Voortgangsrapportage 2018 zijn opgenomen.   
Context  
Naast de Versterkte Handhavingsstrategie Mest zijn er momenteel meerdere ontwikkelingen die 
van invloed zijn op de Nederlandse landbouw en die de context vormen waarin het Nederlandse 
mestbeleid opereert.  
Beleidsontwikkelingen ten aanzien van de landbouw 
Ten eerste heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in september 2018 haar 
visie op Landbouw, Natuur en Voedsel gepresenteerd. Daarbij zet ze in op een beweging richting 
Kringlooplandbouw. Dit betekent inzetten op het sluiten van kringlopen en als onderdeel daarvan 
het terugdringen van emissies. 
De al eerder gestarte herbezinning op het mestbeleid moet mede vormgeven aan het realiseren 
van deze visie. In deze herbezinning wordt verkend hoe het mestbeleid er in de toekomst uit kan 
gaan zien, waarbij het streven is naar een eenvoudiger stelsel, zowel voor boer als overheid, en 
waardoor handhaving effectiever kan worden ingezet. De Minister van LNV wil voor eind van het 
jaar de contouren voor het toekomstige mestbeleid bekend maken.  
In kader van het nationaal Klimaatakkoord zijn ook afspraken gemaakt betreffende de landbouw. 
Onderdeel van deze plannen is dat geld is gereserveerd voor een extensivering van het 
veenweidegebied. Hierbij staat opgenomen dat vanuit dit traject het kabinet voor een vrijwillige 
stoppersregeling (onder andere opkoop van rechten) voor de komende jaren € 100 mln 
beschikbaar stelt. Daarnaast is in het Klimaatakkoord € 100 mln beschikbaar gesteld voor 
emissiereductie veehouderij, waarbij specifiek aandacht is voor gebieden rondom Natura 2000-
gebieden.  
Een derde, belangrijk traject is de sanering varkenshouderij. De Subsidieregeling sanering 
varkenshouderijen ziet op verminderen van geuroverlast door varkensbedrijven in veedichte 
gebieden door het bieden van een subsidie voor het definitief en onherroepelijk beëindigen van 
varkenshouderijlocaties die geuroverlast geven. Daarbij wordt het varkensrecht doorgehaald en is 
dit dus niet meer op de markt beschikbaar. De hoogte van de subsidie wordt bepaald door de 
omvang van het door te halen varkensrecht (uitgedrukt in varkenseenheden) en het waardeverlies 
van de voor het houden van varkens gebruikte productiecapaciteit (dierenverblijven, mest- en 
voersilo’s en mestkelders). De omvang van de varkensveestapel en daarmee de productie van 
mest en emissies - zoals geur, ammoniak, broeikasgassen en fijnstof - zullen hierdoor afnemen.  
Kort voor de zomer heeft de Raad van State een uitspraak gedaan in relatie tot de 
Programmatische Aanpak Stikstof. Deze uitspraak heeft als gevolg dat vele geplande projecten 
(woningbouw, infrastructuur, landbouw) niet langer door gebruik van de PAS een vergunning in het 

 

 
kader van de Natuurwetgeving kunnen krijgen. Om de natuurkwaliteit te verbeteren en 
vergunningverlening weer op gang te helpen wordt gekeken naar te nemen bronmaatregelen om 
daarmee de stikstofemissie en daarmee samenhangende depositie te verkleinen. Op 25 september 
jl. heeft de Commissie Remkes op verzoek van het kabinet een advies opgeleverd. Voor de 
veehouderij adviseert het Adviescollege een selectieve, gebiedsspecifieke en doelgerichte reductie 
van de ammoniakemissies, door gerichte verwerving of sanering van agrarische bedrijven met 
relatief hoge emissies of verouderde stalsystemen in en nabij kwetsbare Natura 2000-gebieden. 
Het kabinet heeft op 4 oktober jl. per Kamerbrief gereageerd op het advies. In deze brief staat ook 
aangegeven hoe het kabinet de mogelijkheden voor intern en extern salderen ziet en in welke 
gevallen dit ook moet leiden tot het laten vervallen van productierechten.   
Uitspraak College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) 
In een uitspraak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) 
(ECLI:NLCBB:2018:187) geoordeeld dat er ten onrechte geen inzicht is gegeven in de 
nauwkeurigheidsmarges die worden toegepast bij het vaststellen van de overtreding en de 
berekening van de boete. Dergelijke marges moeten naar oordeel van het CBb uiterlijk bij het 
voornemen om een mestboete op te leggen voor het bedrijf kenbaar zijn. Hierbij gaat het vooral 
om de boetes die betrekking hebben op de varkens- en pluimveehouderij. Als gevolg van deze 
uitspraak zijn de marges die RVO.nl binnen het boetebeleid toepast, openbaar gemaakt op de 
website van RVO.nl. 
Deze uitspraak heeft RVO.nl tevens aangespoord om in het algemeen transparanter te worden over 
het boetebeleid dat wordt gevoerd. RVO.nl werkt aan een uitgebreide inventarisatie van het 
boetebeleid dat RVO.nl in het kader van de Meststoffenregelgeving voert. De laatste inventarisatie 
is in oktober op de website van RVO.nl geplaatst, zodat voor iedereen transparant is hoe 
mestboetes worden vastgesteld. Hier staat ook in opgenomen hoe RVO.nl met recidive om gaat. 
Uit de reeds door RVO.nl gepubliceerde stukken is al naar voren gekomen dat diverse 
nauwkeurigheidsmarges worden gehanteerd: 
 
 
Een marge van 18% op de fosfaatvastlegging als brijvoer1 wordt gevoerd aan varkens; 
 
Een methode waardoor rekening wordt gehouden met een stikstofgat2 bij staldieren;  
 
Een methode waarmee rekening wordt gehouden met een bezinklaag3 die achterblijft in een 
opslag voor varkensmest; 
 
Marges voor aan- en afvoer ten aanzien van gewogen en bemonsterde dierlijke mest, 
kunstmest, overige bemonsterde organische meststoffen, staldieren, gewogen 
diervoer/ruwvoer en eieren. 
 
Als gevolg van de uitspraak heeft RVO.nl in 2019 138 boetebeschikkingen waartegen bezwaar liep 
geheel of gedeeltelijk ingetrokken, 9 uit 2017 en 129 uit 2018. Een boetebeschikking kan uit 
meerdere administratieve bevindingen bestaan. Daarnaast hebben de controles in de varkens- en 
pluimveehouderij vertraging opgelopen, omdat mogelijke overtredingen niet beboet konden 
worden voordat de nauwkeurigheidsmarges inzichtelijk waren. De capaciteit voor deze controles is 
in de tussentijd ingezet voor controles binnen andere sectoren, zoals de rundveehouderij.  
Momenteel wordt onderzocht of er overgegaan kan worden tot een eenvoudiger boetebeleid 
waarbij gebruik wordt gemaakt van een of enkele meer algemene marges. Vergelijkbaar met de 
algemene marge die wordt gehanteerd bij snelheidsovertredingen in het verkeer. Een 
vereenvoudigd boetebeleid moet ertoe leiden dat het beleid transparant en goed verdedigbaar is 
voor zowel bedrijven als RVO.nl. De CDM wordt hierover om advies gevraagd, waarbij in eerste 
instantie gekeken wordt naar een onnauwkeurigheidsmarge in drie categorieën diersoorten 
(varkens, overige staldieren en graasdieren). Verder wordt gekeken verbetermogelijkheden in het 
                                                           
1 Een mengsel van mengvoer, vaste en vloeibare bijproducten en water. Dit mengsel wordt op de veehouderij aangemaakt en daarna aan 
de dieren gegeven. 
2 Stikstof vervliegt. De stikstofberekening is geïntroduceerd om rekening te houden met verschil tussen de verhouding fosfaat/stikstof in 
de forfaitair berekende productie van staldieren en de via bemonstering en analyse bepaalde afgevoerde mest van die dieren. De 
verhouding fosfaat en stikstof in de afgevoerde mest is hierdoor tevens bepalend voor de hoeveelheid mest die in dat jaar wordt geacht 
te zijn geproduceerd. 
3 In een mestopslag voor varkensmest kan zich een bezinklaag vormen met hogere stikstof- en fosfaatwaarden. Door de vorming van een 
bezinklaag kan dus meer stikstof en fosfaat in een mestopslag aanwezig zijn dan volgt uit de toepassing van de algemene regels om de 
hoeveelheid fosfaat en stikstof in een mestopslag vast te stellen. 

 


 
maken van meer onderscheid naar recidive en bedrijfsgrootte, zoals de CDM ook aanbeveelt. Het 
ministerie van LNV verkent deze mogelijkheden evenals welke aanpassingen in wet- en regelgeving 
dit eventueel vergt. In het eerste kwartaal van 2020 wordt de uitkomst hiervan opgeleverd. 
Versterkte handhavingsstrategie mest 
 
Figuur 1: Schematisch overzicht Versterkte Handhavingsstrategie 
In de VHS zijn maatregelen vastgelegd die de handhaving van het mestbeleid slimmer en 
effectiever moeten maken (figuur 1). Als onderdeel van het pakket aan maatregelen hebben de 
NVWA en RVO.nl vanaf september 2018 een risicogerichte aanpak ontwikkeld. In eerste instantie 
richt deze aanpak zich op drie gedefinieerde risicogebieden: De Peel, Gelderse Vallei en Twente. Dit 
betekent uitdrukkelijk niet dat in de rest van Nederland geen toezicht en handhaving meer 
plaatsvindt; de gebiedsgerichte aanpak wordt daar naast uitgevoerd. Binnen het gebiedsgericht 
handhaven is bewust gekozen voor een gezamenlijke aanpak met Openbaar Ministerie (OM), politie 
en regionale partners, zoals provincies, omgevingsdiensten en waterschappen. Uiteindelijk dient 
deze samenwerking zich uit te betalen in meer uitwisseling van informatie- en databestanden, 
betere analyses van risicogerichte bedrijven en een hoger percentage niet-akkoorden. 
Ook intermediaire ondernemingen worden binnen de risicogerichte handhaving gezien als 
risicogroep wiens activiteiten grotendeels gebiedsoverstijgend plaatsvinden. Binnen deze groep 
worden ondernemers risicogericht geselecteerd en op ieder van deze intermediairs is een 
gezamenlijk plan van aanpak op maat gemaakt. Doel van deze aanpak is dat de naleving bij 
intermediaire ondernemers toeneemt. Indirect dient deze aanpak ook bij te dragen aan een betere 
naleving door de primaire bedrijven (ketenaanpak), aangezien zij als klanten meegenomen worden 
in het onderzoek (spin off). De onderzoeken naar intermediaire ondernemers en hun klantenkring 
zijn complex en tijdrovend. Hierdoor hebben de inspecties een hoge doorlooptijd. In 2019 is door 
de NVWA meer ingezet op grote fraude onderzoeken, terwijl RVO.nl juist door kleine vergrijpen een 
dossier met bewijslast probeert op te bouwen. Tezamen wordt hiermee een omvattende aanpak op 
deze risicogroep toegepast. 
Naast risicogerichte handhaving wordt er vanuit de VHS ook ingezet op de mest I(C)T-projecten die 
zich richten op automatisering en het vereenvoudigen van de regelgeving. Cruciaal voor de 
controles wordt de realisatie van ‘real time’ inzicht in de mestvervoersbewegingen en het inrichten 
van een ‘control room’ en ‘competence centre’ in 2020. Dat moet een substantiële positieve impact 
hebben op het toezicht en de naleving binnen het mestdomein. Het biedt mogelijkheden om actief 
te handhaven in plaats van handhaving achteraf (over een afgesloten boekjaar). 
 
 

 

 
Gebiedsgericht Handhaven en intermediaire sector
Leeswijzer tabellen controleresultaten 
Fysieke controles 
De fysieke controle resultaten hebben betrekking op de werkzaamheden van de NVWA. De resultaten 
zijn gecategoriseerd naar type controle zoals deze door de NVWA in de systemen gehanteerd worden. 
Hierbij zijn er twee categorieën die enkel in 2018 als apart label zijn gebruikt in het systeem. 
 
 
In de kolommen 2017 t/m 2019 is het totaal aantal controles per controlecategorie in een bepaald 
gebied weergegeven. Deze zijn verdeeld in akkoord bevonden controles en niet-akkoord bevonden 
controles.  
 
De geconstateerde niet-akkoord controles worden doorgezet naar RVO.nl of met een boete, een 
Last onder dwangsom (LOD) of een telefonische/schriftelijke waarschuwing afgehandeld. Het 
opgelegde boetebedrag is onderdeel van het boetebedrag dat wordt weergegeven bij de 
administratieve controles.  
 
De controles weergeven in de kolommen hebben plaatsgevonden in het desbetreffende controlejaar 
(2017, 2018 of 2019) maar kunnen inhoudelijk ook betrekking hebben op handelingen in 
voorgaande controle jaren.  
 
Per individuele controle kunnen meerdere feiten geconstateerd zijn. 
 
Administratieve controles 
Administratieve controle resultaten hebben vooral betrekking op de werkzaamheden van RVO.nl. De 
resultaten zijn gecategoriseerd naar type bedrijf op basis van de Standaard Opbrengt (SO)-bepaling van 
het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De SO is een economische maat voor de omvang van een 
agrarisch bedrijf. SO is gebaseerd op de opbrengst die gemiddeld per jaarbasis per gewas of 
diercategorie wordt behaald en wordt uitgedrukt in euro. Het grootste economische aandeel per bedrijf 
bepaald in welke categorie deze valt. De SO-bepaling en de categorisering aan de Gecombineerde 
Opgave van RVO.nl hebben betrekking op 2018. De categorisering van 2018 is ook gebruikt voor de 
toedeling van feiten en bedragen in de jaren 2017 en 2019. Een feit of bedrag is toegekend aan de 
typering zoals bekend in 2018. Hieronder volgt nog een korte uiteenzetting van de gehanteerde 
categorieën: 
 
 
Rundvee: bedrijven met melkveehouderij, overige rundvee, witvleeskalveren, rosevleeskalveren en 
graasdieren. 
 
Varkens: bedrijven met fokvarkens, vleesvarkens en/of opfokvarkens. 
 
Pluimvee: Bedrijven met vleeskuikens, leghennen, ouderdieren, kalkoenen, vleeseenden en overig 
pluimvee. 
 
Akkerbouw: bedrijven met grond voor akkerbouw, tuinbouw en/of sierteelt. 
 
Gemende bedrijven: bedrijven met pluimvee en varkens of varkens en melkvee 
 
Overige mest producerende bedrijven: bedrijven met paarden, schapen, geiten of overige 
staldieren. 
 
Overige bedrijven: Bedrijven met geen of kleine economische activiteit in 2018, beëindigde 
bedrijven in 2018, tuinbouw onder glas, voerleveranciers, bedrijven die in 2018 zijn overgedragen. 
 
Intermediair: Intermediaire ondernemingen die officieel geregistreerd staan bij RVO.nl. 
 
 
In de kolommen 2017 t/m 2019 is het totaal aantal gecontroleerde feiten per bedrijfstype in een 
bepaald gebied weergegeven. Deze zijn verdeeld in akkoord bevonden feiten en niet-akkoord 
bevonden feiten.  
 
De geconstateerde niet-akkoord zijn met een boete, een Last onder dwangsom (LOD) of een 
telefonische/schriftelijke waarschuwing afgehandeld. Het bijbehorende boetebedrag is weergegeven 
onder de categorie ‘opgelegd boete bedrag’.  
 
Het aantal feiten en het boetebedrag geconstateerd in deze kolommen zijn beschikt in het 
desbetreffende controlejaar maar kunnen ook betrekking hebben op handelingen in voorgaande 
controle jaren.  
 
Per individueel bedrijf kunnen meerdere feiten geconstateerd zijn en ook meerdere boetes opgelegd 
zijn. 

 

 
Resultaten de Peel 
De Peel  
 
2018 
Eerste helft 2019 
Fysieke controle resultaten 
 
Totaal 
Akkoord  Niet-
Totaal 
Akkoord  Niet-
Type controle 
controles 
Akkoord  controles 
Akkoord 
Onafhankelijke bemonstering 
  
  
  
16  
15 

Vervoer meststoffen 
  
  
  
36  
30 

Derogatie 
74  
53 
21 
22  
20 

Diverse onderdelen Besluit Gebruik Meststoffen 
80  
76 

219  
202 
17 
Bedrijfsinspectie en derogatie 
28  
21 

40  
20 
20 
Bedrijfsinspecties 
63  
26 
37    
  
  
Administratieve Verplichtingen Landbouwbedrijven 
1  

1    
  
  
Totaal 
246  
176 
70 
333  
287 
46 
Tabel 1: Fysieke controle resultaten De Peel 
 De Peel 
Totaal 
2017 
2018 
Eerste helft 2019 
Administratieve 
aantal 
controle resultaten 
bedrijven 
Totaal  Akkoord 
Niet-
Opgelegd 
Totaal  Akkoord 
Niet-
Opgelegd 
Totaal  Akkoord 
Niet-
Opgelegd 
in de 
feiten 
Akkoord 
Boete 
feiten 
Akkoord 
Boete 
feiten 
Akkoord 
Boete 
regio 
Bedrag 
Bedrag 
Bedrag 
Rundveebedrijf 
2.829 
250  
80 
170 
€ 519.010 
169  
51 
118 
€ 846.903 
189  
43 
146 
€ 2.190.329 
Varkensbedrijf 
1.397 
140  
81 
59 
€ 138.365 
126  
39 
87 
€ 1.541.321 
82  
5 
77 
€ 13.640 
Pluimveebedrijf 
421 
 
4 
4 
€ 1.000 
10  
1 
9 
€ 1.000 
28  
3 
25 
€ 2.100 
Akkerbouwbedrijf 
2.807 
82  
29 
53 
€ 25.834 
109  
10 
99 
€ 124.704 
57  
10 
47 
€ 13.922 
Gemengde bedrijven 
136 
36  
21 
15 
€ 14.583 
54  
26 
28 
€ 373.322 
12  
1 
11 
€ 300 
Overige mest- 
producerende 
bedrijven 
945 
54  
6 
48 
€ 23.284 
65  
6 
59 
€ 239.693 
54  
3 
51 
€ 13.440 
Overige bedrijven 
1.046 
29  
13 
16 
€ 43.517 
63  
9 
54 
€ 63.737 
60  
16 
44 
€ 4.990 
Intermediaire 
onderneming 
387 
358  
68 
290 
€ 76.420 
287  
65 
222 
€ 1.202.380 
793  
106 
687 
€ 122.060 
 
Totaal 
9.968 
957 
302 
655  € 842.013 
883 
207 
676 
€ 4.393.060 
1.275 
187 
1.088 
€ 2.360.781 
Tabel 2: Administratieve controle resultaten De Peel

 

 
Resultaten Gelderse Vallei  
Gelderse Vallei  
 
2018 
Eerste helft 2019 
Fysieke controle resultaten 
 
 
Totaal 
Akkoord  Niet-
Totaal 
Akkoord  Niet-
Type controle 
controles 
Akkoord  controles 
Akkoord 
Onafhankelijke bemonstering 
  
  
  
4  


Vervoer meststoffen 
  
  
  
18  
18 

Derogatie 
36  
29 

13  
11 

Diverse onderdelen BGM 
7  


14  
13 

Bedrijfsinspectie en derogatie 
9  


14  


Bedrijfsinspecties 
23  
13 
10    
  
  
Administratieve Verplichtingen Landbouwbedrijven 
0  

0    
  
  
Totaal 
75 
55 
20 
63  
52 
11 
Tabel 3: Fysieke controle resultaten Gelderse Vallei 
Gelderse Vallei 
Totaal 
2017 
2018 
Eerste helft 2019 
Administratieve 
aantal 
controles 
bedrijven 
Totaal  Akkoord 
Niet-
Opgelegd 
Totaal  Akkoord 
Niet-
Opgelegd 
Totaal  Akkoord 
Niet-
Opgelegd 
in de 
feiten 
Akkoord 
Boete 
feiten 
Akkoord 
Boete 
feiten 
Akkoord 
Boete 
regio 
Bedrag 
Bedrag 
Bedrag 
Rundveebedrijf 
1.417 
92  
34 
58 
€ 24.989 
92  
28 
64 
€ 291.775 
64  
6 
58 
€ 11.400 
Varkensbedrijf 
207 
 
4 
2 
€ 1.300 
14  
8 
6 
€ 5.550 
 
0 
9 
€ 1.000 
Pluimveebedrijf 
191 
16  
7 
9 
€ 1.200 
13  
3 
10 
€ 1.600 
13  
1 
12 
€ 3.100 
Akkerbouwbedrijf 
287 
 
0 
2 
€ 0 
11  
1 
10 
€ 600 
 
0 
2 
€ 100 
Gemengde 
bedrijven 
127 
33  
16 
17 
€ 12.792 
43  
7 
36 
€ 703.859 
 
0 
3 
€ 0 
Overige mest- 
producerende 
bedrijven 
286 
10  
3 
7 
€ 2.000 
15  
0 
15 
€ 3.300 
13  
2 
11 
€ 1.800 
Overige bedrijven 
131 
 
1 
0 
€ 0 
 
2 
6 
€ 2.000 
13  
4 
9 
€ 1.300 
Intermediaire 
onderneming 
72 
76  
14 
62 
€ 21.300 
156  
18 
138 
€ 113.100 
114  
23 
91 
€ 13.000 
Totaal 
2.718 
236  
79 
157 
€ 63.581 
352 
67 
285 
€ 1.121.784 
231  
36 
195 
€ 31.700 
Tabel 4: Administratieve controle resultaten Gelderse Vallei

 

 
Resultaten Twente 
Twente 
 
2018 
Eerste helft 2019 
Fysieke controles 
 
 
Totaal 
Akkoord  Niet-
Totaal 
Akkoord  Niet-
Type controle 
controles 
Akkoord  controles 
Akkoord 
Onafhankelijke bemonstering 
  
  
  
 
4 
0 
Vervoer meststoffen 
  
  
  
 
6 
0 
Derogatie 
74  
68 
6 
 
5 
3 
Diverse onderdelen BGM 
 
3 
0 
19  
13 
6 
Bedrijfsinspectie en derogatie 
28  
23 
5 
11  
5 
6 
Bedrijfsinspecties 
 
3 
5    
  
  
Administratieve Verplichtingen Landbouwbedrijven 
 
1 
0    
  
  
Totaal 
114  
98 
16 
48  
33 
15 
Tabel 5: Fysieke controle resultaten Twente 
Twente  
Totaal 
2017 
2018 
Eerste helft 2019 
Administratieve 
Aantal 
controles 
bedrijven 
Totaal 
Akkoord 
Niet-
Opgelegd 
Totaal  Akkoord 
Niet-
Opgelegd 
Totaal  Akkoord 
Niet-
Opgelegd 
 
in de 
feiten  
Akkoord 
Boete 
feiten 
Akkoord 
Boete 
feiten 
Akkoord 
Boete 
Type Bedrijf 
regio 
Bedrag 
Bedrag 
Bedrag 
Rundvee bedrijf 
1.873 
85  
37 
48 
€ 38.546 
58  
24 
34 
€ 99.898 
45  
16 
29 
€ 11.719 
Varkensbedrijf 
215 
35  
24 
11 
€ 9.092 
17  
0 
17 
€ 73.690 
13  
0 
13 
€ 2.400 
Pluimveebedrijf 
79 
 
3 
2 
€ 944 
 
0 
0 
€ 0 
 
3 
4 
€ 300 
Akkerbouwbedrijf 
625 
16  
6 
10 
€ 1.800 
16  
0 
16 
€ 2.600 
24  
6 
18 
€ 3.500 
Gemengde bedrijven 
65 
12  
6 
6 
€ 300 
18  
2 
16 
€ 74.386 
11  
2 
9 
€ 39.905 
Overige mest- 
producerende 

bedrijven 
305 
 
3 
4 
€ 1.300 
24  
1 
23 
€ 6.200 
 
0 
6 
€ 2.200 
Overige bedrijven 
163 
 
2 
4 
€ 300 
 
2 
7 
€ 2.000 
 
3 
6 
€ 0 
Intermediaire 
onderneming 
72 
39  
14 
25 
€ 5.700 
127  
16 
111 
€ 25.140 
223  
17 
206 
€ 30.600 
Totaal 
3.397 
205  
95 
110 
€ 57.982 
269  
45 
224  € 283.913 
338  
47 
291 
€ 90.623 
Tabel 6: Administratieve controle resultaten Twente

 

 
Resultaten Overig Nederland 
Overig Nederland  
 
2018 
Eerste helft 2019 
Fysieke controles 
 
 
Totaal 
Akkoord  Niet-
Totaal 
Akkoord  Niet-
Type controle 
controles 
Akkoord  controles 
Akkoord 
Onafhankelijke bemonstering 
  
  
  
14  
14 
0 
Vervoer meststoffen 
  
  
  
256  
232 
24 
Derogatie 
525  
449 
76 
209  
174 
35 
Diverse onderdelen BGM 
67  
58 
9 
75  
71 
4 
Bedrijfsinspectie en derogatie 
148  
135 
13 
48  
18 
30 
Bedrijfsinspecties 
27  
11 
16    
  
  
Administratieve Verplichtingen Landbouwbedrijven 
 
2 
2    
  
  
Totaal 
771  
655 
116 
602  
509 
93 
Tabel 7: Fysieke controle resultaten overig Nederland 
Overig Nederland 
Totaal 
2017 
2018 
Eerste helft 2019 
Administratieve 
aantal 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
controles 
bedrijven 
Totaal  Akkoord 
Niet-
Opgelegd 
Totaal  Akkoord 
Niet-
Opgelegd 
Totaal  Akkoord 
Niet-
Opgelegd 
 
in de 
feiten  
Akkoord 
Boete 
feiten 
Akkoord 
Boete 
feiten 
Akkoord 
Boete 
Type Bedrijf 
regio 
Bedrag 
Bedrag 
Bedrag 
Rundvee bedrijf 
18.952 
957  
270 
687 
€ 617.772 
766  
208 
558 
€ 2.466.176 
487  
100 
387 
€ 472.385 
Varkensbedrijf 
1.165 
66  
32 
34 
€ 88.357 
69  
16 
53 
€ 905.085 
42  
1 
41 
€ 4.500 
Pluimveebedrijf 
648 
34  
11 
23 
€ 4.900 
24  
1 
23 
€ 15.110 
24  
1 
23 
€ 1.700 
Akkerbouwbedrijf 
14.365 
185  
66 
119 
€ 27.400 
557  
16 
541 
€ 71.997 
387  
36 
351 
€ 40.083 
Gemengde 
bedrijven 
246 
47  
27 
20 
€ 6.571 
73  
28 
45 
€ 507.078 
 
2 
5 
€ 300 
Overige mest- 
producerende 
bedrijven 
4.701 
156  
39 
117 
€ 38.878 
131  
17 
114 
€ 27.919 
103  
18 
85 
€ 7.700 
Overige bedrijven 
4.810 
416  
70 
346 
€ 255.102 
478  
98 
380 
€ 513.904 
437  
66 
371 
€ 30.630 
Intermediaire 
onderneming 
684 
501  
107 
394 
€ 102.849 
886  
111 
775 
€ 1.092.189 
994  
180 
814 
€ 155.395 
Totaal 
45.571 
2.362  
622 
1.740 
€ 1.141.829 
2.984  
495 
2.489 
€ 5.599.459 
2.481  
404 
2.077 
€ 712.693 
Tabel 8: Administratieve controle resultaten overig Nederland 
 
 

 

 
Resultaten locatie onafhankelijke controles (intermediaire ondernemingen) 
Locatie onafhankelijk 
 
2018 
Eerste helft 2019 
Fysieke controles 
 
Type controle 
Totaal 
Akkoord  Niet-
Totaal 
Akkoord  Niet-
controles 
Akkoord  controles 
Akkoord 
Intermediaire onderneming 
69 
35 
34 
56  
37 
19 
Covergisting 



1  


Vervoer meststoffen 
1.186  
1.107 
79 
162  
140 
22 
Export mest 
177 
169 

34  
26 

Onafhankelijke monstername 
353  
342 
11 
35  
31 

Totaal 
1792  
1659 
133 
288 
235 
53 
Tabel 9: Fysieke controle resultaten locatie onafhankelijke controle 
Toelichting 
Controleresultaten De Peel 
De voorlopige controleresultaten in de Peel (tabel 1 en 2) laten zien dat de toezicht- en 
handhavingsactiviteiten van de NVWA en RVO.nl sinds de inwerkingtreding van de VHS in het 
gebied zijn geïntensiveerd ten opzichte van voorgaande jaren. Zowel het aantal fysieke als het 
aantal administratieve controles ligt in de eerste helft van 2019 hoger dan het totaal in 2018 en 
2017. In de tweede helft van 2019 zal dit door lopende zaken nog verder oplopen. De meeste 
fysieke controles hebben plaatsgevonden op diverse onderdelen van het Besluit Gebruik 
Meststoffen (BGM) en met name op het (tijdig) inzaaien van het vanggewas. Bij de administratieve 
controles is een sterke toename te zien in het aantal gecontroleerde feiten met betrekking tot de 
intermediaire onderneming. Dit is ook in lijn met de risicogerichte aanpak van de VHS. RVO.nl 
heeft zich bij de onderzoeken naar intermediairs vooral op kleinere vergrijpen en recidive gericht 
om op die manier een dossier op te bouwen. Bij deze overtredingen horen lagere boetes, hetgeen 
terug is te zien in het totale boete bedrag. Het opgebouwde dossier draagt bij aan het zonodig 
uiteindelijk intrekken van de registratie van de intermediaire ondernemer.  
Door de uitspraak van het CBb hebben er ook in De Peel minder fysieke en administratieve 
controles plaatsgevonden bij met name varkensbedrijven. De capaciteit is daarbij verschoven naar 
controles in de rundveehouderij. Hierbij zijn ook veel bedrijven gecontroleerd die uit de 
zogenaamde spin off kwamen van onderzoeken naar intermediaire ondernemers. Dit resulteert in 
de eerste helft van 2019 in een fors toegenomen boetebedrag voor bedrijven in deze categorie. 
In de eerste helft van 2019 is er verder geïnvesteerd om de samenwerking met regionale partners 
verder te versterken. Er is onder meer gekeken hoe de verschillende verantwoordelijkheden 
rondom het toezicht bij het uitrijden van mest in de praktijk zijn geregeld. Betere afstemming 
tussen de partijen moet leiden tot een effectievere handhaving en een verbetering van de naleving. 
Daarnaast is in overleg met de gemeenten en Omgevingsdiensten door de NVWA en RVO.nl, in 
samenwerking met de partners, administratief onderzoek uitgevoerd naar de Voormalige 
Agrarische Bedrijven (VAB-bedrijven). De indruk bestond bij de gemeenten en omgevingsdiensten 
dat een aantal van deze bedrijven toch nog actief zou zijn. RVO.nl heeft een administratieve 
controle uitgevoerd op 888 VAB-bedrijven in Oost-Brabant en Limburg-Noord op basis van diverse 
publieke databronnen. De betreffende locaties zijn onderzocht op het houden van runderen, 
varkens en kippen. Tevens is een analyse uitgevoerd op de aan- en afvoer van dierlijke mest. 
Hieruit bleek dat bij 16 bedrijven een nader onderzoek moest worden uitgevoerd. De uitkomsten 
hiervan zijn nog niet bekend. In 2019 staan er nog zeker 20 gezamenlijke inspecties gepland in de 
Peel. 
Controleresultaten Gelderse Vallei 
In de Gelderse Vallei laten de voorlopige resultaten van 2019 (tabel 3 en 4) zien dat de trend uit 
2018 wordt voortgezet. Sinds de inwerkingtreding van de VHS neemt de toezicht intensiteit in dit 
gebied toe. De administratieve controles richten zich ook hier sterk op kleine vergrijpen en recidive 
bij intermediaire ondernemers. De samenwerking in deze regio is eind 2018/begin 2019 gestart 
met het uitvoeren van de eerste gezamenlijke controles. De selectie van de bedrijven voor de 
gezamenlijke controles is uitgevoerd door de inspecteurs van alle betrokken partners. De 
10 
 

 
samenwerking in de Gelderse Vallei is bewust kleinschalig gestart, om goed te kunnen kijken welk 
maatwerk er in dit gebied geboden moet worden in vergelijking met de aanpak in De Peel. De 
ervaringen in 2019 worden verwerkt en opgenomen in een meerjarig werkplan. Dit werkplan borgt 
de samenwerking, met de daarbij behorende afstemmingstructuur. In november zullen de 
regionale handhavingspartners het plan vaststellen waarna de activiteiten volledig kunnen worden 
uitgerold in dit gebied. Ook in de regio Gelderse Vallei heeft de CBb-uitspraak invloed gehad op de 
selectie van te controleren bedrijven. 
Controleresultaten Twente 
De controleresultaten in Twente (tabel 5 en 6) laten zien dat de fysieke controles in dit gebied 
achter blijven bij de verwachtingen. Dit is te verklaren doordat een belangrijke regionale partner, 
de omgevingsdienst Twente, recentelijk te maken heeft gehad met een fusie en reorganisatie. De 
organisatie heeft tijd nodig gehad om orde op zaken te stellen, waardoor nog niet volledig gestart 
kon worden met de gezamenlijke aanpak in het gebied. De NVWA is afhankelijk van ontwikkelingen 
bij de regionale partners. Inmiddels is vastgesteld dat er begin 2020 gestart kan worden met de 
intensieve samenwerking en het proces van selectie en (gezamenlijke) controles van bedrijven. De 
controleresultaten laten zien dat het aantal administratieve controles is toegenomen in dit gebied. 
Hier ligt wederom een sterke focus op intermediaire ondernemers. De CBb-uitspraak heeft ook in 
Twente gezorgd voor een andere selectie van primaire bedrijven. 
Controleresultaten overig Nederland 
Buiten de drie risicogebieden richten de toezichts- en handhavingsactiviteiten van de NVWA en 
RVO.nl zich ook op de overige delen van Nederland. De controleresultaten (tabel 7 en 8) laten zien 
dat de toezichts- en handhavingsactiviteiten op hetzelfde niveau blijven als de voorgaande jaren. 
Er hebben in de eerste helft al veel controles plaatsgevonden naar de derogatievoorwaarden en het 
vervoer van meststoffen. Ook in 2019 moet minimaal 5% van de derogatiebedrijven fysiek 
gecontroleerd worden door de NVWA. De meeste derogatiecontroles zullen eind 2019, begin 2020 
worden afgerond. De administratieve controles hebben zich ook in de overige delen van Nederland 
vooral gericht op intermediaire ondernemers en bedrijfssectoren waarop de CBb-uitspraak geen 
invloed had. Hoewel de VHS prioriteiten benoemd in de risicogebieden waken LNV, de NVWA en 
RVO.nl ervoor dat dit niet ten koste gaat van het toezicht in overige gebieden van Nederland.  
Controleresultaten locatie onafhankelijke controles (intermediaire ondernemingen) 
De NVWA categoriseert sommige controles als locatie onafhankelijk (tabel 9). Dit zijn voornamelijk 
de fysieke controles naar intermediaire ondernemers die door de kenmerken van intermediaire 
ondernemers gebied overstijgend zijn en daardoor in het systeem van de NVWA niet aan een 
specifieke regio gekoppeld kunnen worden. De administratieve controleresultaten naar 
intermediaire ondernemers zijn in de voorgaande paragrafen al besproken en laten in heel 
Nederland een toename zien van het aantal gecontroleerde feiten bij deze risicogroep. RVO.nl richt 
zich daarbij vooral op kleine vergrijpen en recidive zodat er een dossier opgebouwd kan worden. 
De NVWA richt zich op grote zaken naar intermediaire ondernemers en hun klantenkring (spin off). 
Deze onderzoeken zijn complex en tijdrovend en hebben hierdoor een hoge doorlooptijd. De 
aanpak moet uiteindelijk bijdragen aan een betere naleving van zowel intermediaire ondernemers 
als primaire bedrijven. Met de vergelijking met 2018 kan het grote verschil op het gebied van het 
vervoer van meststoffen verklaard worden doordat deze in 2018 allemaal als locatie onafhankelijk 
zijn gecategoriseerd, terwijl deze in 2019 grotendeels binnen de verschillende risicogebieden zijn 
gecategoriseerd. 
In totaal worden er in 2019 114 intermediaire ondernemingen fysiek geïnspecteerd. 68 adressen 
zijn geselecteerd voor een onderzoek naar mestopslagen: 42 adressen in De Peel, 4 adressen in de 
Gelderse Vallei, 5 adressen in Twente en 17 adressen elders in Nederland. 46 intermediaire 
ondernemingen zijn op andere selectiecriteria geselecteerd.  
In 2019 zullen er ook 10 fysieke inspecties plaatsvinden bij covergisteringsinstallaties.  
 
 
11 
 

 
Registratie intermediaire ondernemers 
In 2017 zijn 111 nieuwe intermediaire ondernemingen geregistreerd, in 2018 zijn 134 
intermediaire ondernemingen geregistreerd, en in de eerste helft van 2019 zijn 49 intermediaire 
ondernemingen geregistreerd (zie tabel 10). In 2017 zijn 5 aanvragen afwezen, in 2018 zijn 6 
intermediaire ondernemingen afgewezen en in 2019 zijn tot en met 20 september 18 aanvragen 
afgewezen. Deze toename van het aantal afwijzingen in 2019 is grotendeels toe te schrijven 
doordat er sinds 2019 sterk gestuurd wordt op “enkelvoudige registraties”. Hiermee wordt bedoeld 
dat de landbouwtak en intermediaire activiteiten niet meer gezamenlijk onder één en hetzelfde 
relatienummer mag worden geregistreerd. 
  
2017 
2018 
Eerste helft 2019 
Aangevraagd 
116 
140 
67 
Afgewezen 


18 
Geregistreerd 
111 
134 
49 
Tabel 10: Nieuw geregistreerde intermediaire ondernemingen 
De inspecties van de NVWA en RVO.nl bij intermediaire ondernemers kunnen uiteindelijk leiden tot 
het schrappen van de registratie, waardoor een intermediaire ondernemer niet langer dierlijke 
mest(stoffen) mag vervoeren of laten aanvoeren. Ook het verwerken van dierlijke mest voor de 
mestverwerkingsplicht is dan niet meer mogelijk. RVO.nl kan de registratie van een intermediaire 
onderneming weigeren of schrappen als er een groot risico bestaat dat de registratie is of zal 
worden gebruikt om regels te overtreden. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om overtredingen op het 
gebied van: 
 
het verhandelen en vervoeren van meststoffen 
 
de verantwoording van de aan- en afgevoerde meststoffen 
 
de hoeveelheidsbepaling van meststoffen (manier van wegen en bemonsteren) 
 
de administratieve verplichtingen van intermediaire ondernemingen 
 
de opslag van meststoffen 
 
de bewerking en verwerking van dierlijke meststoffen 
RVO.nl publiceert maandelijks een aangepaste lijst met geregistreerde en geschrapte intermediaire 
ondernemingen4. In 2017 is van één onderneming de registratie geschrapt. In 2018 zijn 4 
geregistreerde intermediaire ondernemingen onderzocht waarbij een deel van de onderzoeken 
doorliepen in 2019. In alle vier de gevallen is het Landelijk bureau Bibob om adviesgevraagd. Per 
21 augustus 2019 heeft een onderzoek uit 2018 geleidt tot het schrappen van een intermediaire 
onderneming. In 2019 zijn tot nu toe zeven onderzoeken gestart bij intermediaire ondernemingen 
om te toetsen of er een groot risico bestaat dat de registratie is, of zal worden gebruikt om regels 
te overtreden.  
 
                                                           
4 https://www.rvo.nl/onderwerpen/agrarisch-ondernemen/mestbeleid/mest/mestadministratie-en-registratie/administratie-intermediair  
12 
 

 
Resultaten Nederland Totaal 
Nederland Totaal 
20175 
2018 
Eerste helft 2019 
Fysieke controles 
Totaal  Akkoord 
Niet-
Totaal 
Akkoord 
Niet-
Totaal  Akkoord 
Niet-
Type controle 
controles 
Akkoord 
controles 
Akkoord  controles 
Akkoord 
Covergisting Landbouwbedrijf 
19  
14 

7  


1  


Export mest  
112  
75 
37 
177  
169 

34  
26 

Intermediaire onderneming 
44  
22 
22 
69  
35 
34 
56  
37 
19 
Onafhankelijke bemonstering 
46  
42 

353  
342 
11 
73  
68 

Vervoer meststoffen 
1.086  
908 
178 
1.186  
1.107 
79 
478  
426 
52 
Derogatie 
1.080  
987 
93 
709  
599 
110 
252  
210 
42 
Diverse onderdelen Besluit Gebruik Meststoffen (BGM) 
1.086  
988 
98 
157  
143 
14 
327  
299 
28 
Bedrijfsinspectie en derogatie 
614  
266 
348 
213  
186 
27 
113  
49 
64 
Bedrijfsinspecties 
 
 
 
121  
53 
68 
 
 
 
Administratieve Verplichtingen Landbouwbedrijven 
 
 
 
6  


 
 
 
Totaal 
4.087 
3.302 
785 
2.998  
2.643 
355 
1.334  
1.116 
218 
Tabel 11: Fysieke controleresultaten Nederland totaal 
NL totaal 
 
2017 
2018 
Eerste helft 2019 
Administratieve 
Totaal 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
controle 
aantal 
Totaal   Akkoord 
Niet-
Opgelegd 
Totaal  Akkoord 
Niet-
Opgelegd 
Totaal  Akkoord 
Niet-
Opgelegd 
resultaten 
bedrijven 
feiten 
Akkoord 
Boete 
feiten 
Akkoord 
Boete 
feiten 
Akkoord 
Boete 
Type bedrijf 
in NL 
Bedrag 
Bedrag 
Bedrag 
Rundvee 
25.071 
1.384  
421 
963 
€ 1.200.318 
1.085 
311 
774 
€ 3.704.751 
785  
165 
620 
€ 2.685.833 
Varkens 
2.984 
247  
141 
106 
€ 237.114 
226 
63 
163 
€ 2.525.645 
146  
6 
140 
€ 21.540 
Pluimvee 
1.339 
63  
25 
38 
€ 8.044 
47 
5 
42 
€ 17.710 
72  
8 
64 
€ 7.200 
Akkerbouw 
18.084 
285  
101 
184 
€ 55.034 
693 
27 
666 
€ 199.901 
470  
52 
418 
€ 57.604 
Gemengde 
bedrijven 
574 
128  
70 
58 
€ 34.246 
188 
63 
125 
€ 1.658.645 
33  
5 
28 
€ 40.505 
Overige mest 
producerende 
bedrijven 
6.237 
227  
51 
176 
€ 65.462 
235 
24 
211 
€ 277.112 
176  
23 
153 
€ 25.140 
Overige 
bedrijven 
6.150 
452  
86 
366 
€ 298.919 
558 
111 
447 
€ 581.642 
519  
89 
430 
€ 36.920 
Intermediair 
1.215 
974  
203 
771 
€ 206.269 
1.456 
210 
1.246 
€ 2.432.809 
2.124  
326 
1.798 
€ 321.055 
Totaal 
61.654 
3.760  
1.098 
2.662 
€ 2.105.405 
4.488 
814 
3.674 
€ 11.398.215 
4.325  
674 
3.651 
€ 3.195.797 
Tabel 12: Administratieve controleresultaten Nederland totaal 
                                                           
5 Fysieke controleresultaten kunnen alleen op landelijk niveau vergeleken worden met 2017, aangezien er voor 2018 geen regionale aanpak bestond en de inspecties ook niet op die manier in het systeem zijn 
vastgelegd. 
13 
 

 
 Controleresultaten Nederland Totaal 
Onderdeel 
Organisatie 
2017 
2018 
2018 
2019 
Eerste helft 
Realisatie  Begroot  Realisatie  Begroot 
2019 
Realisatie 
Gebiedsgericht  NVWA 
n.v.t. 
20.000 
30.733 
20.000 
7.706 
handhaven 
RVO.nl 
n.v.t. 
3.000 
1.317 
15.500 
6427 
Intermediair &  NVWA 
22.510 
29.000 
17.304 
23.500 
9.390 
covergisting 
RVO.nl 
3.500 
7.500 
6.391 
10.000 
7614 
Derogatie 
NVWA 
29.750 
19.125 
38.382 
20.000 
8.896 
RVO.nl 
3.000 
4.500 
5.422 
4.500 
3210 
Gerealiseerde 
 
 
 
 
 
 
ongekoppelde 
NVWA 
6.500 
uren6 
Totaal aantal 

NVWA en 
 
 
 
 
 
uren 
RVO.nl 
56.060 
83.125 
99.549 
93.500 
49.743 
Tabel 13: Urenoverzicht NVWA en RVO.nl 
In tabel 13 worden de uren weergegeven die de NVWA en RVO.nl in 2018 en 2019 hebben ingezet 
voor de verschillende onderdelen van de versterkte handhavingsstrategie en de derogatie. Ook in 
2019 zal voldaan worden aan de eis van minimaal 5% fysieke en administratieve controles op 
derogatievoorwaarden, zoals gesteld in de derogatiebeschikking. Zoals in de voortgangsrapportage 
2018 al gerapporteerd is, zijn er in 2018 meer uren gerealiseerd dan in eerste instantie was 
begroot. Voor 2019 is een verdere versterking van de capaciteit beoogd waarvan RVO.nl en de 
NVWA al bijna 50.000 uur hebben gerealiseerd in de eerste helft van 2019. De verwachting is dat 
de trend doorgetrokken zal worden over het geheel van 2019. RVO.nl zal veel van de resterende 
capaciteit inzetten op derogatiecontroles, meldingen over overdrachten van bedrijven en controles 
van de gecombineerde opgave. De NVWA zal samen met regionale partners in regio De Peel nog 20 
gezamenlijke controles uitvoeren en heeft naar aanleiding van de claim van Varkens in Nood dat er 
enkele miljoenen illegale varkens in Nederland zouden zijn, een project benoemd om tot een 
naleefbeeld te komen in de varkenshouderij. Dit zal starten in 2020 en worden gedaan door 
dierrechteninspecties te houden bij varkenshouders. 
In de tabellen 11 en 12 zijn de fysieke en administratieve controle- en handhavingsresultaten van 
2017, 2018 en de voorlopige resultaten van 2019 weergegeven. Het overzicht laat in de eerste 
helft van 2019 op het gebied van administratieve controles al goede resultaten zien. De extra 
capaciteit die vanuit de VHS is ingezet leidt in de eerste helft van 2019 tot meer gecontroleerde 
feiten en geconstateerde overtredingen (niet-akkoord). De gebiedsgerichte aanpak lijkt op dit vlak 
goed te werken. Met name bij intermediairs heeft het tot een aanzienlijke toename van 
geconstateerde feiten geleid. De risicogerichte aanpak op deze groep lijkt hiermee het gewenste 
effect te hebben.  
 
De fysieke controles blijven in de eerste helft van 2019 achter bij de verwachtingen. De extra 
capaciteit heeft tot dusver niet geleid tot de gewenste een toename van het aantal fysieke 
controles. In de praktijk is gebleken dat het efficiënt opzetten van de gebiedsgerichte handhaving 
met de regionale partners meer tijd en energie kost dan van te voren is beoogd. Dit heeft in de 
eerste helft van 2019 gevolgen gehad voor de inzet van de beschikbare capaciteit. Er is daarnaast 
veel capaciteit geïnvesteerd in het automatiseringsproces. Beide processen zorgen er echter wel 
voor dat de fysieke inspecties in de toekomst effectiever en efficiënter kunnen worden uitgevoerd, 
hetgeen uiteindelijk bijdraagt aan het verhogen van de pakkans en het vergroten van de naleving. 
In aanvulling op de huidige inspanningen en capaciteit van de NVWA, werft de organisatie 
momenteel 20 FTE inspecteurs die specifiek op het gebied van mest aan de slag zullen gaan. Deze 
inspecteurs zullen in een periode van 4-5 maanden worden opgeleid en daarna operationeel zijn. 
Dit zal een grote impuls geven aan de fysieke inspecties in het kader van de VHS. Ook zal het 
merendeel van de derogatiecontroles plaatsvinden in het laatste kwartaal van 2019. 
 
In het overzicht zijn ook de gevolgen van de uitspraak van het CBb zichtbaar. De uitspraak heeft 
ervoor gezorgd dat de risicogerichte aanpak richting varkensbedrijven slechts gedeeltelijk kon 
worden uitgevoerd. Het aantal controles, onderzochte feiten en het boetebedrag voor deze 
                                                           
6 Deze uren zijn al wel gerealiseerd in het kader van de VHS, maar in het systeem nog niet gekoppeld aan het juiste onderdeel 
14 
 

 
doelgroep vallen daarom lager uit in de eerste helft van 2019. Er is echter wel te zien dat de 
capaciteit is ingezet op onderzoeken met betrekking tot rundveehouders.  
 
Met betrekking tot intermediairs zijn RVO.nl en de NVWA overeengekomen dat RVO.nl zich in 2019 
meer richt op onderzoeken naar administratieve feiten. Deze onderzoeken zijn minder omvangrijk, 
hebben een kortere doorlooptijd en dat geeft daarmee de mogelijkheid te handhaven op recidive. 
De boetebedragen zijn bij overtredingen lager. De uitwerking is goed te zien bij de controles op 
intermediaire ondernemingen in 2019 (hoger aantal, lager totaal bedrag). De NVWA heeft zich in 
2019 juist gericht op grotere zaken rondom intermediaire ondernemingen. Hierbij worden ook 
bedrijven die gebruikgemaakt hebben van de diensten van een intermediaire ondernemer 
meegenomen in het onderzoek (Spin off). Deze onderzoeken zijn complex en tijdrovend en hebben 
hierdoor een hoge doorlooptijd. 
Automatisering 
Naast risicogerichte handhaving wordt er vanuit de VHS ook ingezet op de mest IT-projecten die 
zich richten op automatisering en het vereenvoudigen van de regelgeving. Dit onderdeel gaat 
verder in op de voortgang van de implementatie van het spoor nieuwe technologie uit de 
versterkte handhavingsstrategie mest (Mest-IT) beschreven.  
Programmatische aanpak 
Sinds september 2018 is er gestart met de implementatie van de VHS mest. Deze is verwerkt in 
een handhavingsplan 2019 dat voor het eerst gezamenlijk door NVWA en RVO.nl is opgesteld. Voor 
het spoor automatisering is een projectstructuur ingericht met een door het ministerie van 
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangestelde projectleider. Juni 2019 is geconstateerd dat 
een project enkel gericht op automatisering onvoldoende recht doet aan de problematiek. Goede 
inbedding van nieuwe technologie behoeft ook aanpassingen in de organisatie en training van 
medewerkers. Om effectiever de VHS mest te implementeren is er sinds september 2019 een 
programmastructuur ingericht met daarin concrete op elkaar aansluitende projecten. Het 
programma wordt geleid op managementteamniveau met managers van het ministerie van LNV, 
de NVWA en RVO.nl. Hieronder wordt de voortgang uiteengezet van de projecten die in de nieuwe 
programmatische aanpak integraal verder ontwikkeld worden. 
Eén hoofdregel voor alle mesttransporten 
Volgens de huidige hoofdregel van mesttransporten moet het vervoer van dierlijke mest uitgevoerd 
worden door een bij de RVO.nl geregistreerde intermediaire onderneming met behulp van 
geregistreerde goedgekeurde AGR/GPS apparatuur. Bij het laden en lossen van de mest wordt er 
een laad- of losmelding verstuurd naar RVO.nl. Inspecteurs van de NVWA kunnen deze laad- en 
losmeldingen ‘real time’ zien op hun beeldscherm. Daarnaast wordt de vracht mest gewogen, 
bemonsterd en geanalyseerd door een erkend laboratorium. Binnen 30 werkdagen nadat het 
transport heeft plaatsgevonden dient de vervoerder elektronisch de gegevens van het 
Vervoersbewijs dierlijke meststoffen (VDM) in bij RVO.nl. Naast deze VDM-gegevens ontvangt 
RVO.nl van intermediaire ondernemingen AGR/GPS-laad- en losmeldingen, registreert RVO.nl alle 
intermediaire ondernemingen, hun voertuigen en bemonsterings- en verpakkingsapparatuur.  
Op de bovengenoemde hoofdregel is in de loop de jaren een aantal uitzonderingen gekomen 
waarbij niet volledig of achteraf het vervoer van mest verantwoord mag worden. Bijvoorbeeld 
transporten over korte afstand of het vervoer van champost. Gelijktijdig met de invoering van 
digitaal en ‘real time’ verantwoorden in de herfst van 2020 worden de tijdstippen waarop deze 
uitzonderingen komen te vervallen in regelgeving opgenomen. Dit is een ingrijpende maatregel. 
November 2019 wordt een extern bureau opdracht gegeven een app te bouwen waarmee de 
overheid de overgang van de uitzonderingssituatie naar voldoen aan de hoofdregel het voor 
betrokkenen zo makkelijk mogelijk wil maken. Vanwege de impact van de maatregel zal 
vermoedelijk voor het stoppen van de uitzondering voor boer-boer transport een latere datum van 
inwerkingtreding noodzakelijk zijn. 
 
 
15 
 

 
Ketenbeheersing 
In april 2019 is als eerste stap het op papier indienen van het Vervoersbewijs Dierlijke Mest niet 
langer toegestaan. De keten is in beeld gebracht en bij iedere stap in de keten is bepaald welke 
informatie vereist gaat worden. De regelgeving wordt hierop aangepast. De minimale planning voor 
aanpassen van regelgeving, consulatie en notificatie loopt tot herfst 2020. De inzet is dat vanaf 
herfst 2020 mesttransportmiddelen een vooraanmelding, laad- en losmelding en een GPS-melding 
tijdens de rit doen en dat de overdracht van mest gepaard gaat met het zetten van een 
handtekening. Om dit mogelijk te maken dienen binnen een periode van ruim een half jaar de 
nodige interne systemen ingrijpend aangepast te worden. In de tabel hieronder is het tijdspad voor 
de wijziging uiteengezet. 
Fase 
Duur fase 
Fase afgerond 
Voorbereiding ontwerp regeling en ontwerp besluit   3 maanden 
Begin december 
2019 
Privacy impact assessment 
1 maand 
Begin januari 2020 
(=gegevensbeschermingsbeoordeling) en 
afstemming met functionaris voor 
gegevensbescherming  
Internetconsultatie 
1 maand 
Begin februari 
2020 
Toetsen regeldruk (ATR), UHT (RVO/NVWA), 
2 maand (deels tijdens 
Begin maart 2020 
persoonsgegevens (AP) 
internetconsulatie) 
Wetgevingstoets ontwerp-besluit 
3 weken (grotendeels tijdens 
Eind maart 2020 
toetsperiode) 
Besluitvorming ministerraad over ontwerp-besluit 
0,5 maand 
Half april 2020 
Notificatie 
3 maanden 
Half juli 2020 
Advisering Raad van State over ontwerp besluit en 
3 maanden (parallel aan 
Half juli 2020 
nader rapport 
notificatie) 
Vaststelling en publicatie besluit en regeling 
1 week 
Eind juli 2020 
Benodigde tijd voor invoering (bouw ICT-
3 maanden 
Eind oktober 2020 
instrument waarbij fg op de hoogte gehouden 
wordt) 
Inwerkingtreding 
  
1 nov 2020 
Tabel 14: tijdspad wetswijziging 
 
Voorzieningen RVO.nl en de NVWA 
NVWA en RVO.nl werken samen aan het verder optimaliseren van de manier waarop risico’s 
worden geanalyseerd. Hiervoor worden een ‘control room’ voor data-ingangscontrole en quick 
respons en een ‘competence centre’ voor diepte-analyses en langere termijn ontwikkelingen 
opgezet. 
In de ‘control room’ wordt binnenkomende data geanalyseerd op consistentie. Dit kan leiden tot 
feed back naar de indiener van de data en/of quick respons door de NVWA. In het ‘competence 
centre’ worden data-analisten en inhoudelijke experts bij elkaar gebracht en voorzien van 
instrumentarium om diepgaande data-analyses te doen en risico’s voor de langere termijn op te 
sporen. Sinds september 2018 wordt meer gewerkt met risicoanalyses en nieuwe datatechnologie 
en een betere afstemming tussen NVWA en RVO.nl. Geconcludeerd is dat ook hiervoor een 
planmatige werkwijze noodzakelijk is en dat de werkwijze van NVWA en RVO.nl moet veranderen 
van een meer reactieve naar een meer actieve vorm van handhaven. 
In het project is gebleken dat het inrichten van een ‘control room’ en ‘competence centre’ veel 
meer is dan een automatiseringsproject. Software en hardware moeten ingrijpend worden 
aangepast maar ook de organisatie zoals beschikbaarheid van medewerkers en de interactie met 
de buitendienst moeten worden ingeregeld. Vanaf september 2019 is er sprake van een 
projectmatige aanpak voor dit onderdeel. Binnen de programmastructuur zoals deze per september 
werkt is voorzien dat er eind 2019 een ‘proof of concept’ beschikbaar is en dat er werkende wijs 
16 
 

 
gewerkt kan worden aan verdere ontwikkeling zodat de ‘control room’ binnen een jaar operationeel 
is. 
Data delen in de regio 
In de regio De Peel heeft een intensief traject plaatsgevonden om data tussen de verschillende 
toezichthoudende instanties te mogen uitwisselen. Voor deze data uitwisseling is een correcte 
juridische basis van groot belang. Er is veel afstemming nodig geweest om tot formele afspraken te 
komen over het uitwisselen van data. Het formeel uitwisselen van informatie voor toezichts- en 
handhavingsdoeleinden is een basisvoorwaarde om gezamenlijk op te kunnen treden. 
Risicoanalyses zijn de basis van verdere uitwerking van risicogerichte samenwerking in de regio. 
Belangrijkste aandachtspunt is dat voldaan moet zijn aan de algemene verordening 
gegevensbescherming (AVG). Op 21 oktober 2019 is een concept samenwerkingsovereenkomst in 
een bestuurlijk overleg tussen regionale bestuurders en LNV besproken. Op basis van de 
ervaringen die zijn opgedaan in De Peel is de verwachting dat het opstellen van een 
samenwerkingsovereenkomst in de andere twee regio’s sneller kan verlopen. Tabel 13 geeft een 
overzicht van alle informatieleveringen door RVO.nl aan regionale partners. 
Samenwerkings-  Aantal leveringen 
Aantal leveringen 
Aantal leveringen 
Partners 
2017 
20187 
20198 
Omgevingsdienst 
22 
20 
37 
Politie 



NVWA 
21 
30 

Waterschappen 
157 
158 
107 
Belastingdienst 
27 
21 
59 
Gemeentes 
16 
18 
15 
Provincies 

18 

Rijkswaterstaat 
12 
12 

Totaal 
268 
285 
250 
Tabel 15: Informatieverzoeken aan RVO.nl door  samenwerkingspartners 
Digitaal volgen transport: voorzieningen bij de sector 
Aanvullend op de dwingende overheidsmaatregelen om mesttransporten ‘real time’ en digitaal te 
volgen, zorgt de sector zelf voor een systematiek voor het koppelen van bedrijfsgegevens aan de 
overheidsbestanden. Door het koppelen van verschillende gegevensbestanden, waaronder de 
werksystemen van bedrijven, wordt het moeilijker gegevens te manipuleren. Het projectplan 
hiervoor is op 3 oktober 2019 in een bestuurlijk overleg tussen LNV en sectororganisaties voor de 
eerste fase van het project vastgesteld. Op basis van de eerste verkennende fase zullen LNV en de 
sector besluiten over de voortgang van de tweede fase.  
 
                                                           
7 In de voortgangsrapport van juni 2019 staan de aantallen van 2018 benoemd, echter staat erbij dat het de aantallen betreft uit de 3 
risicogebieden. Dit is niet juist, het zijn de aantallen vanuit heel Nederland. 
8 01-01-2019 tot 01-09-2019 
17 
 

 
 
18 
 

Document Outline