Ref. Ares(2022)4230194 - 08/06/2022
> Retouradres Postbus 20061 2500 EB Den Haag Nederland
Directie Juridische Zaken
Aan de Secretaris-generaal van de
DJZ/ER
Europese Commissie
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Nederland
Contactpersoon
Datum
17 november 2021
Betreft
C(2021)7200/21, INFR(2021)0477
Op 30 september 2021 heeft uw Commissie via een automatisch gegenereerd
mailbericht met kenmerk “Ingebrekestelling INFR(2021)0477” aandacht gevraagd
voor de omzetting van richtlijn (EU) 2019/1161 van het Europees Parlement en de
Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn 2009/33/EG inzake de
bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen (PbEU 2019, L188)
(hierna: Richtlijn (EU) 2019/1161) met de deadline van 2 augustus 2021.
Uw Commissie stelt dat de Nederlandse regering de verplichting om de richtlijn om
te zetten niet is nagekomen, aangezien de op basis van de richtlijn vereiste
kennisgevingen aan uw Commissie niet zijn verricht. Inmiddels is de richtlijn
omgezet in Nederlands recht en zijn de vereiste kennisgevingen aan uw
Commissie gedaan.
Op 11 oktober 2021 is een wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de
implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1161 vastgesteld. Deze wet is op 2
november 2021 gepubliceerd en op 3 november 2021, met terugwerkende kracht
tot en met 2 augustus 2021 in werking getreden. Op 8 oktober is de Regeling
bevordering schone wegvoertuigen vastgesteld. Deze regeling is op 3 november
2021 gepubliceerd en op 4 november 2021, met terugwerkende kracht tot en met
2 augustus 2021 in werking getreden.
Hiermee is de vol edige richtlijn omgezet in het Nederlandse recht.
Ter informatie voegt de Nederlandse regering de genoemde wetswijziging en de
genoemde regeling als bijlage bij deze reactie. De Nederlandse regering heeft op 4
november de vereiste kennisgevingen aan uw Commissie verricht (MNE (2021)
07370 resp. MNE (2021) 07369)).
/
Pagina 1 van 2
/
Directie Juridische Zaken
DJZ/ER
Datum
Nu de richtlijn is omgezet in het Nederlandse recht en de vereiste kennisgevingen 17 november 2021
zijn gedaan, hoopt de Nederlandse regering dat bovenstaande reactie
tegemoetkomt aan de door uw Commissie gemaakte opmerkingen en dat deze
toelichting in het vervolgtraject zal worden meegewogen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
namens deze:
/
Pagina 2 van 2