Jelena Prtoric
Podbreg 19
Directie Open Overheid
51000 Rijeka
Rijnstraat 8
2515 XP Den Haag
Croatia
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Nederland
www.rijksoverheid.nl
Uitsluitend per e-mail: xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxx.xxx
Nederland
www.nederlandwereldwijd.nl
Contact
E xxx@xxxxxxx.xx
Onze referentie
BZ2408675
Datum 25 november 2024
Betreft Reactie op uw Woo-verzoek
Geachte mevrouw Prtoric,
In uw Woo-verzoek van 8 augustus 2024 ontvangen per e-mail op diezelfde
datum, heeft u, met een beroep op de Wet open overheid (hierna: Woo), verzocht
om informatie met betrekking tot het aantal bijeenkomsten van medewerkers van
de Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de
Europese Unie met vertegenwoordigers van bedrijven, lobbygroepen en
belanghebbenden inzake New Genomic Techniques (NGTs) van januari 2022 tot 8
augustus 2024.
Daarbij verzocht u om een lijst van deze bijeenkomsten op chronologische
volgorde met daarin opgenomen de deelnemers, de namen van de
organisaties/groeperingen die aanwezig waren, de data van de bijeenkomsten, het
besproken onderwerp en de notulen van de bijeenkomsten.
Op 5 september 2024 ging u een e-mail toe met een ontvangstbevestiging en
tegelijkertijd een verdaging van twee weken. Per e-mail van 15 oktober 2024
verzocht u om een spoedige toezending van de door u gevraagde informatie. Op
17 oktober 2024 ging u een e-mail toe met de stand van zaken van de
behandeling van uw Woo-verzoek. Daarbij werd ook aangegeven dat aan derde
belanghebbenden zienswijzeverzoeken verstuurd zouden moeten worden en de
afhandeling van uw verzoek buiten de wettelijke termijnen zou komen.
Met betrekking tot uw verzoek om informatie bericht ik u als volgt.
Wettelijk kader
Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Woo. Voor de relevante Woo-artikelen
verwijs ik u naar bijlage 1.
Pagina 1 van 6
Inventarisatie documenten
Op basis van uw verzoek zijn in totaal 4 documenten aangetroffen. Deze
documenten zijn opgenomen in een inventarislijst, die als bijlage bij dit besluit is
gevoegd. De inventarislijst (zie bijlage 2) vermeldt de toegepaste
uitzonderingsgronden per document.
De uitzonderingsgronden uit de Woo kunt u vinden in bijlage 1. In het besluit
staat de nadere toelichting bij de toegepaste gronden. Hierdoor wordt per
document duidelijk wat is besloten.
Zienswijzen
Er zijn diverse derde belanghebbenden bij de openbaarmaking van meerdere
documenten en deze hebben de gelegenheid gekregen om hierop een reactie te
geven. Ik heb de reacties van de derde belanghebbenden in mijn
belangenafweging meegenomen.
Besluit Ik heb besloten (deels) aan uw verzoek tegemoet te komen en de informatie
waarom u verzocht (deels) openbaar te maken. Onder het hoofdstuk
‘Overwegingen’ van dit besluit licht ik dit toe.
Voor de motivering verwijs ik naar het onderdeel ‘Overwegingen’ van dit besluit.
OverwegingenAlgemene overweging: openbaarheid t.a.v. een ieder
Als eerste wil ik u wijzen op het volgende.
Iedereen heeft het recht om overheidsinformatie op te kunnen vragen zonder
daarbij een reden te hoeven aangeven. Dit staat in het eerste artikel 1.1 van de
Woo. Dit is een belangrijk recht van de burger. Daarbij is het uitgangspunt dat
overheidsinformatie openbaar is, tenzij er uitzonderingsgronden zijn die dit
beperken. De uitzonderingsgronden staan in hoofdstuk 5 van de Woo. Ik moet
hierbij het algemeen belang van openbaarheid afwegen tegen de belangen die de
uitzonderingsgronden beschermen. In het algemeen geldt hierbij de regel dat
wanneer ik informatie aan u verstrek, deze openbaar is voor een ieder. De Woo is
niet van toepassing op informatie die al openbaar is.
De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer
Op grond van artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder e, van de Woo kan ik geen
informatie openbaar maken als dit de persoonlijke levenssfeer schaadt en dit
belang zwaarder weegt dan het belang van openbaarheid. Het gaat om
persoonsgegevens die (indirect) te herleiden zijn tot een persoon, zoals namen,
telefoonnummers en functienamen. Hierbij heb ik in de beoordeling meegewogen
of de betrokken personen vanuit hun functie regelmatig in de openbaarheid
treden. Ik ben van oordeel dat ten aanzien van de genoemde persoonsgegevens
de privacy van betrokkenen prevaleert boven het belang van openbaarmaking.
Voor zover het persoonsgegevens van ambtenaren betreft ben ik in het kader van
goed werkgeverschap van oordeel dat ten aanzien van deze gegevens het belang
Pagina 2 van 6
dat de persoonlijke levenssfeer wordt geëerbiedigd, zwaarder moet wegen dan het
belang van openbaarheid. Dit ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer
van de betrokken ambtenaar. Daarbij weegt mee dat het hier niet gaat om het
opgeven van een naam aan een individuele burger die met een ambtenaar in
contact treedt, maar om openbaarmaking op grond van de Woo.
Op de inventarislijst en in de gedeeltelijk openbaar gemaakte documenten is de
toepassing van deze uitzonderingsgrond aangegeven met de aanduiding ‘5.1.2e’.
Wijze van openbaarmaking en plaatsing op internet
De documenten die door mij openbaar worden gemaakt op grond van de Woo,
treft u bij dit besluit in kopie aan. De openbaar gemaakte stukken worden met
een geanonimiseerde versie van het besluit op www.rijksoverheid.nl geplaatst.
Mocht u naar aanleiding van dit besluit vragen hebben, kunt u contact opnemen
met de Directie Open Overheid via
Hoogachtend,
De minister van Buitenlandse Zaken,
Namens deze,
De clustercoördinator Juridisch Advies bij de Directie Open Overheid
[Deze brief is niet voorzien van een handtekening. In een formele en beveiligde
omgeving is vastgelegd dat de beslissingsbevoegde akkoord is met de inhoud van
dit document en de verzending.]
H.D. Streef
Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum van dit besluit een
bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door de indiener zijn
ondertekend en bevat ten minste zijn naam en adres, de dagtekening, een
omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden
waarop het bezwaar rust. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de minister
van Buitenlandse Zaken, t.a.v. Directie Open Overheid, postbus 20061, 2500 EB
Den Haag.
Pagina 3 van 6
Bijlage 1 – relevante artikelen uit de Woo
Artikel 1.1
Eenieder heeft recht op toegang tot publieke informatie zonder daartoe een
belang te hoeven stellen, behoudens bij deze wet gestelde beperkingen.
Artikel 2.1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
document: een door een orgaan, persoon of col ege als bedoeld in artikel 2.2,
eerste lid, opgemaakt of ontvangen schriftelijk stuk of ander geheel van
vastgelegde gegevens dat naar zijn aard verband houdt met de publieke taak van
dat orgaan, die persoon of dat college;
milieu-informatie: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 19.1a van de Wet
milieubeheer;
Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
publieke informatie: informatie neergelegd in documenten die berusten bij een
orgaan, persoon of college als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, of informatie die
krachtens artikel 2.3 door een bestuursorgaan kan worden gevorderd.
Artikel 2.5
Bij de toepassing van deze wet wordt uitgegaan van het algemeen belang van
openbaarheid van publieke informatie voor de democratische samenleving.
Artikel 4.1
1. Eenieder kan een verzoek om publieke informatie richten tot een
bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan
werkzame instelling, dienst of bedrijf. In het laatste geval beslist het
verantwoordelijke bestuursorgaan op het verzoek.
2. Een verzoek kan mondeling of schriftelijk worden ingediend en kan elektronisch
worden verzonden op de door het bestuursorgaan aangegeven wijze.
3. De verzoeker behoeft bij zijn verzoek geen belang te stellen.
4. De verzoeker vermeldt bij zijn verzoek de aangelegenheid of het daarop
betrekking hebbende document, waarover hij informatie wenst te ontvangen.
5. Indien een verzoek te algemeen geformuleerd is, verzoekt het bestuursorgaan
binnen twee weken na ontvangst van het verzoek de verzoeker om het verzoek te
preciseren en is het de verzoeker daarbij behulpzaam.
6. Het bestuursorgaan kan besluiten een verzoek niet te behandelen, indien de
verzoeker niet meewerkt aan een verzoek tot precisering als bedoeld het vijfde
lid. In afwijking van artikel 4:5, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
wordt het besluit om het verzoek niet te behandelen aan de verzoeker
bekendgemaakt binnen twee weken nadat het verzoek is gepreciseerd of nadat de
daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.
7. Een verzoek om informatie wordt ingewilligd met inachtneming van het
bepaalde in hoofdstuk 5.
Artikel 5.1
Pagina 4 van 6
1. Het openbaar maken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor
zover dit:
a. de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen;
b. de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden;
c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft die door natuurlijke personen of
rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;
d. persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk
paragraaf
e. nummers betreft die dienen ter identificatie van personen die bij wet of
algemene maatregel van bestuur zijn voorgeschreven als bedoeld in artikel 46 van
de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, tenzij de
verstrekking kennelijk geen inbreuk op de levenssfeer maakt.
2. Het openbaar maken van informatie blijft eveneens achterwege voor zover het
belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:
a. de betrekkingen van Nederland met andere landen en staten en met
internationale organisaties;
b. de economische of financiële belangen van de Staat, andere publiekrechtelijke
lichamen of bestuursorganen, in geval van milieu-informatie slechts voor zover de
informatie betrekking heeft op handelingen met een vertrouwelijk karakter;
c. de opsporing en vervolging van strafbare feiten;
d. de inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen;
e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
f. de bescherming van andere dan in het eerste lid, onderdeel c, genoemde
concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevens;
g. de bescherming van het milieu waarop deze informatie betrekking heeft;
h. de beveiliging van personen en bedrijven en het voorkomen van sabotage;
i. het goed functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of
bestuursorganen.
3. Indien een verzoek tot openbaarmaking op een van de in het tweede lid
genoemde gronden wordt afgewezen, bevat het besluit hiervoor een uitdrukkelijke
motivering.
4. Openbaarmaking kan tijdelijk achterwege blijven, indien het belang van de
geadresseerde van de informatie om als eerste kennis te nemen van de informatie
dit kennelijk vereist. Het bestuursorgaan doet mededeling aan de verzoeker van
de termijn waarbinnen de openbaarmaking alsnog zal geschieden.
5. In uitzonderlijke gevallen kan openbaarmaking van andere informatie dan
milieu-informatie voorts achterwege blijven indien openbaarmaking onevenredige
benadeling toebrengt aan een ander belang dan genoemd in het eerste of tweede
lid en het algemeen belang van openbaarheid niet tegen deze benadeling
opweegt. Het bestuursorgaan baseert een beslissing tot achterwege laten van de
openbaarmaking van enige informatie op deze grond ten aanzien van dezelfde
informatie niet tevens op een van de in het eerste of tweede lid genoemde
gronden.
6. Het openbaar maken van informatie blijft in afwijking van het eerste lid,
onderdeel c, in geval van milieu-informatie eveneens achterwege voor zover
daardoor het in het eerste lid, onderdeel c, genoemde belang ernstig geschaad
Pagina 5 van 6
wordt en het algemeen belang van openbaarheid van informatie niet opweegt
tegen deze schade.
7. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op milieu-informatie die
betrekking heeft op emissies in het milieu.
Bijlage 2 – inventarisatie
nr id
datum
naam
beoordeling
gronden
1
1806414 17/10/2024 gespreksnotitie 07-03-2023 Deels Openbaar
5.1.2e
2
1806415 17/10/2024 gespreksnotitie 15-02-2023 Deels Openbaar
5.1.2e
3
1806417 17/10/2024 gespreksnotitie 07-02-2023 Deels Openbaar
5.1.2e
4
1810204 24/09/2024 lijst ngt-gesprekken
Deels Openbaar
5.1.2e
Pagina 6 van 6